21 mei 2006

Dooi

Vorige week al Dooi van Rascha Peper gelezen. Tot op drie bladzijden voor het einde meende ik met een goed boek te maken te hebben; daarna kwam ik van een koude kermis thuis. Want ik vind het slot (waar het verhaal naartoe werkt en dat ook de sleutel tot het verhaal biedt) volledig mislukt. Het kan ook zijn dat ik er niks van snap - ik begrijp het slot nu eenmaal niet. Het verhaal is snel verteld: een man van in de vijftig zit op een boot vast in het ijs en krijgt opeens bezoek van een schaatster. Hoewel het al flink dooit, en het ijs dagelijks onbetrouwbaarder wordt, blijft de jonge vrouw hem dagelijks bezoeken. En na een paar dagen duiken ze het bed in. De dag erna wordt de man en zijn boot door een ijsbreker ontzet en kan hij weer naar zijn thuishaven terugkeren. Na een paar maanden gaat hij op zoek naar de vrouw op wie hij toch verliefd geworden is, en dan blijkt ze al een jaar daarvoor overleden te zijn... Tenslotte wordt hij bezocht door de Dood, die hem komt halen, maar uiteindelijk gaat hij niet mee.
De suggestie die wordt gewekt is dat de man alles verzonnen heeft (er zijn meer mysterieuze feitjes - zoals de kraaien - waarvoor geen echte verklaring is). Toch? Of mis ik een diepere duiding? Maar als ik het wel goed heb, vind ik het een flauwe en gemakzuchtige truc. Peper kan goed vertellen, kan een mooi verhaal opbouwen, maar de boel ook in twee bladzijden verpesten. Jammer.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.