30 maart 2007

Stadsbiograaf

Van Geert Mak verscheen onlangs de bundel met essays en toespraken De goede stad. Het is een aardige verzameling met interessante stukken over o.a. de stad als entiteit, geplaatst tegenover het platteland, maar ook als symbool van (verderfelijke) westerse levensstijl. Boeiend zijn vooral de toespraken die Mak hield als inleiding van heidagen van burgemeesters en wethouders van de grootste steden, of een brainstormbijeenkomst van een ministerie. Dan vertelt hij een verhaal waarin de boodschap is: regel nou gewoon datgene wat geregeld moet worden waar iedereen het over eens is, maar wat jullie blijkbaar niet kunnen of willen. Ik vind Mak af en toe iets teveel een zeurpiet die ondanks zijn sociologische, dus abstracte perspectief zijn eigen persoonlijke nostalgie teveel laat meewegen, wat hem onbedoeld een generatieschrijver maakt. Aan dat euvel lijden ook de boeken waar hij bekend mee werd: Een kleine geschiedenis van Amsterdam, De eeuw van mijn vader en In Europa. Zodra in die boeken de chronologie is aanbeland bij het punt waar hij zelf onderdeel van de tijd uitmaakt, verworden ze tot egodocumenten. En dat is niet Maks sterkste kant. Maar het moet gezegd: dit boek was eindelijk weer eens een goed leesbare Geert Mak.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.