05 mei 2013

Praagse winter

Ruim twee jaar geleden las ik bij toeval HhhH van Laurent Binet, nog voordat het een bestseller werd (zie hier de weblog), en daarin wordt een lans gebroken voor de Tsjechische schrijver Jirí Weil (1900-1959) die enkele grootse romans schreef, waaronder deze in 2012 vertaalde roman Mendelssohn op het dak. De eerste steen van het bouwwerk van dit verhaal is ogenschijnlijk een komische: op het dak van het muziekcentrum in het door de Duitsers bezette Praag staan een aantal componisten, waaronder Mendelssohn; rijksprotektor Heydrich gelast dat het beeld van deze joodse componist omgehaald moet worden, maar de werklieden die daags erna het dak opgaan weten niet welk beeld ze moeten nemen; ze trekken bijna Wagner om omdat hij de grootste neus van alle beelden heeft. Maar na dit begin volgt één van de krachtigste en aangrijpendste romans over de bezetting en de jodenvervolging die ik ooit las. Weil (en vertaler Kees Mercks in zijn kielzog) schrijft in graniet, de zinnen hakken er flink in. Vanuit het perspectief van verschillende personages geeft Weil een veelomvattend, maar kil en zwart beeld van de oorlogsjaren in het grauwe Praag. Veel boeken lees je voor je plezier, dit boek omdat het je bij je lurven grijpt.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.