30 augustus 2014

Hemels

Voor een klassieke-muziekliefhebber is het een mysterie: eerst was er niks, en opeens was er een Vijfde symfonie van Beethoven, een Don Giovanni van Mozart, een Tristan und Isolde van Wagner... Geniale en baanbrekende muziek die door iemand is bedacht en op notenbalken geschreven, en waar je je als luisteraar vervolgens voortdurend over verbaast en door laat vervoeren. Kun je bij veel componisten, zoals de hiervoor genoemden, redelijk betrouwbare levensbeschrijvingen lezen, hun ontwikkelingsgang begrijpen en daardoor verklaren hoe die werken tot stand kwamen, bij Johann Sebastian Bach is het mysterie welhaast ultiem. Er is zo weinig bekend over zijn leven, er zijn zo weinig getuigenissen overgeleverd, en al helemaal niet over hoe zijn muziek ontvangen werd, dat je naar de achtergronden van dat hemelse openingskoor van de MatthaĆ¼s-Passion, de aangrijpende alt-aria Ich will auch mit gebrochnen Augen uit Cantate BWV 125 Mit Fried und Freud fahr ich dahin of die zes grandioze cellosuites moet gissen. Je kunt slechts uitgaan van de muziek zelf en proberen te begrijpen hoe en waarom Bach dit alles op het papier heeft gezet. Bach had een enorme productie - in zo'n vijftig jaar (hij werd 65) componeerde hij een ontgelooflijke hoeveelheid muziek. Het hoogtepunt lag in de jaren 1723-1725, toen hij als kersverse cantor van de Thomaskirche in Leipzig in twee jaar tijd twee cantatecycli componeerde, voor bijna iedere zondag een. Ongeveer 90 cantates in totaal. Die werden gecomponeerd, in afzonderlijke partijen uitgeschreven, ingestudeerd en tijdens de zondagse kerkdienst uitgevoerd. En de week erna opnieuw; twee jaar achter elkaar. Die cycli wilde hij afsluiten met een Passion voor Goede Vrijdag, wat hem wel lukte met de Johannes in 1724; de geplande nieuwe passie het jaar erna werd iets teveel. De MatthaĆ¼s stamt uit 1727. Maar: was er niet toch een andere passie (de Marcus-Passion) die verloren is gegaan? Enfin, niks over bekend.
John Eliot Gardiner schreef een boek waarin hij het raadsel van die enorme productie probeert te verklaren. Voor wie denkt met Bach. Muziek als een wenk van de hemel een inzichtelijke biografie in huis te halen komt echter bedrogen uit. Gardiner schetst in enkele inleidende hoofdstukken de (muzikale) tijdgeest, de afkomst en jeugd van Bach, en gaat daarna over op het behandelen van zijn kerkmuziek. Nagenoeg alle cantates, de twee passionen en de Mis in b worden deel voor deel geanalyseerd. Daarbij gaat Gardiner uit van zijn kennis en ervaring als Bach-dirigent, en dat is zeker leerzaam en interessant. Maar Gardiner suggereert, vermoedt en interpreteert dat het een aard heeft. Hij kan trouwens niet anders. Al die andere werken - de Brandenburgse concerten, het Wohltemperierte Klavier, de viool- en clavecimbelconcerten, de cellosuites, de sonates en partitas voor viool, de orgelwerken etc. etc - blijven onbesproken en veelal zelfs ongenoemd. Dat maakt dit boek onevenwichtig en onbevredigend. Met dit lijvige en soms weerbarstige boek - ik deed er in etappes ruim vier maanden over - heb ik stellig een beter beeld van Bach gekregen, en voor nadere verklaring van die hemelse cantates zal ik het nog vaak uit de kast halen. Maar een biografie van Bach is dit allerminst.

Omdat de link in het nuttige comment van Koen (dank!) hieronder het niet direct doet, hierbij een directe verwijzing naar het YouTube-filmpje waarin Maarten 't Hart dit Gardiner-boek becommentarieert. Erg leuk filmpje, ik kende het niet. Klik hier.

1 Comments:

Anonymous Koen said...

Volgens Maarten 't Hart is dit boek overbodig als je Wolff al in huis hebt. Dat heb ik, maar ik kan het zeker niet laten om toch Gardiner's boek ook aan te schaffen, ik ben een te groot fan. Overigens prijst 't Hart ook het boek (Duitstalig) van Martin Geck aan. Deze moet ik nog lezen, dus ben benieuwd. Bijgaand de link naar de bespreking van 't Hart over Gardiner. Groet, Koen
https://www.youtube.com/watch?v=zrMf2ya27yI

12:40 a.m.  

Een reactie posten

<< Home

Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.