11 juni 2019

On the road

Ik ben bepaald geen hype-lezer, ook al ren ik heel af en toe naar de boekhandel wanneer schrijvers die me eerder overtuigden een nieuw boek het licht laten zien. Dat gebeurde me onlangs nog met Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer, zie hier mijn weblog over dat grandioze boek. Die roman delfde bij de Librisprijs niettemin het onderspit tegen De goede zoon van de mij volstrekt onbekende Rob van Essen. Ik kocht het, las het, en pas daarna de vele lovende recensies. Die deden me aan mezelf twijfelen, want ofschoon een vloeiend verhaal: ik vond het geen geslaagd boek. De recensies loven de meerdere lagen in het boek die een fraaie symbiose zouden vormen, maar ik kon er juist geen touw aan vastknopen. De ik-figuur verwerkt het verlies van zijn overleden moeder, blikt terug op zijn verleden, en bevindt zich vervolgens in een zelfsturende auto die uiterst empathisch blijkt te zijn. De ik-figuur is desondanks een pion in een schaakspel van criminelen, maar waar dit alles toe leidt? Ik miste juist het cement tussen die verschillende delen, waar Pfeijffer dat juist wél geweldig voor elkaar kreeg, met veel meer levendigheid en humor beschreven bovendien. Ok, vooruit, het gedeelte waar de archiefmedewerkers het studentenhuis als een schaakbord bespieden: leuke vondst. Maar verder teveel details die er niet toe doen - het autoreizen duurt soms echt veel te lang. Waar bij Pfeijffer iedere pagina ertoe deed, had ik bij Van Essen dat er teveel pagina's weggelaten hadden kunnen worden.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.