25 november 2019

Natuur

Ik las onlangs de biografie van Jan Wolkers (zie hier) en ofschoon ik in mijn jonge jaren veel boeken van Jan Wolkers heb gelezen: zeker niet allemaal. Achter elkaar twee dunnetjes: Groeten van Rottumerplaat en De junival. In de zomer van 1971 zat Wolkers een week op het onbewoonde waddeneiland Rottumerplaat, in een soort van project van de VARA - Godfried Bomans zat er de week daarvoor. Diens Dagboek over deze week is een soort van persoonlijk requiem; hij vond het er vreselijk en hij overleed een half jaar later. Ik las dat Dagboek jaren geleden, leende het ooit uit en kreeg het nooit terug. Leen nooit boeken uit! Het boekje van Wolkers is een geweldig natuurverslag, waarin hij een overleden zwangere zeehond opensnijdt, de poot van een scholekster verbindt en in zijn blootje omheiningen aanlegt en het eiland rondzwerft. Ik kon geen goede afbeelding van het omslag van mijn exemplaar vinden, maar bijgaande foto gemaakt met een zelfontspanner siert op sommige heruitgaven. Niet te zien, maar Wolkers plakte op de deur in de omheining achter hem het bordje: Jan Wolkers 2x bellen. Heerlijk boek.
In zijn roman De junival uit 1982 staat zijn liefde voor zijn overleden poes Voske en voor zijn overleden moeder centraal. Ofwel: een weemoedig boek vol autobiografische herinneringen, maar uiterst kunstig en subtiel beschreven. Ogenschijnlijk een dweperige combinatie (poes en moeder) maar Wolkers maakte er een prachtig geheel van. Hoe fraai de openingsalinea van hoofdstuk 14: Soms dacht ik wel eens dat het wrokkige gedrag van mijn moeder na de dood van mijn vader kwam doordat ze niet als eerste gestorven was. Of ze wist dat na die wervelende symfonie van rouwbeklag om mijn vaders dood ze het zelf met een bescheiden strijkkwartet zou moeten doen. En dat was min of meer ook zo, want er komt een eind aan weldoorleefd begrafenisleed. Na een sublieme generale repetitie valt de première maar al te dikwijls tegen. En in een toneelstuk waarin te veel doden vallen slepen ze op den duur de lijken oneerbiedig aan de voeten over de planken tussen de coulissen.

17 november 2019

Er

Eigenlijk had ik niet meer gerekend op een nieuw boek van Maarten 't Hart; hij wordt 75 dit najaar en ofschoon nog levendig en eigengereid (zie zijn steeds vers aangevulde boekbesprekingen op YouTube) dacht ik dat hij na de prachtige roman Magdalena (hier) en verhalenbundel De moeder van Ikabod (hier) het erbij zou laten. Maar nee, opeens weer een verrukkelijke typische 't Hart. In De nachtstemmer vertelt de ik-figuur over zijn klus in een Zuidhollands havenstadje aan een rivier, waar hij een oud kerkorgel moet stemmen, en tegelijkertijd ook een orgel in een andere kerk erbij neemt. Hij raakt in contact met een Braziliaanse, wier dochter - zogenaamd zwakzinnig - de ideale hulp biedt. Het is een prachtig verhaal, waar 't Hart zijn gedetaillerde kennis van orgels verweeft met kleinburgerlijke tegenwerpingen door de plaatselijke bevolking. Het is allemaal uitermate onwaarschijnlijk, maar oerhollands en authentiek. Het verhaal rammelt enerzijds aan enkele kanten, maar is tegelijkertijd uit het hart geschreven. En wie anders dan Maarten 't Hart kan een vloeiende boeiende roman schrijven waar het stemmen van kerkorgels ongeveer de helft van het verhaal uitmaakt. Hij is een unieke stem in de literatuur.

06 november 2019

Ingehouden

Na de twee vorige delen memoires Verhaal van een leven van Konstantin Paustovski in de Russiche Bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot (hier en hier), nu dan het derde en laatste deel, met daarin Sprong naar het zuiden en Boek der omzwervingen. Het zijn de meest ingetogen delen van de zes, waarin land- en natuurbeschrijvingen, bespiegelingen en berusting de boventoon voeren. Maar tussen de regels door lees je ook kritiek en woede op het Sovjet-regime, dat vele voor Paustovski dierbare kunstenaarsvrienden de dood injoeg. In Sprong naar het zuiden verblijft Paustovski vooral in Georgië: Tblisi en Batoemi. Ik hoorde er al prachtige verhalen over, en wil er nu zeker heen. In Boek der omzwervingen blikt hij vooral terug op zijn eigen schrijverschap en dat van anderen. Het is allemaal zo fraai en menselijk geschreven. Hoe natuurlijk ook: daarin is Paustovski uniek. Je leest een boek, maar eigenlijk ben je in persoonlijk contact met iemand die jou zijn eigen verhaal vertelt. Dat is au fond met bijna ieder boek het geval, maar bij Paustovski lijkt het alsof hij zijn verhaal alleen aan jou vertelt; dat hij naast je zit, sigaret in de hand, en alleen tot jou spreekt. Ik las deze memoires in de jaren tachtig voor het eerst, en nu opnieuw. Als de jaren mij gegeven zijn, ga ik deze memoires op hoge leeftijd nog eens lezen. Drie maal is scheepsrecht, zeker bij Paustovski.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.