04 juni 2020

Jeugd

Ik las in voorbije jaren enkele zeer geslaagde boeken van Amos Oz, zie de auteursindex hiernaast, maar ik wist ook dat zijn echt grote werk nog lag te wachten. Nu dan. Een verhaal van liefde en duisternis wordt beschouwd als een meesterwerk en dat is het ook. Het is geenszins een roman, alswel een kroniek van een jeugd, van zijn familie, van de geboorte van zijn land en van een zoektocht naar menselijkheid. Net als in Judas (hier) en Zwarte doos (hier) weeft Oz meerdere verhaallijnen door elkaar, maar alles uiterst vanzelfsprekend en zelfs noodzakelijk. Als je de Nederlandse Wikipediapagina over Oz leest, dan krijg je de feiten die ook in dit boek staan. Maar in deze kroniek lees je daarnaast en vooral over ooms en tantes die in Polen en Odessa verliefd werden, op tijd naar Palestina vertrokken (sommigen niet...), over hun levenswandel in Jeruzalem, over de huichelachtige Engelsen die er de boel de boel lieten, over Ben Goerion, over Oz' depressieve moeder en autistische vader, over het leven in een kibboets, en wat niet al. Oz knoopt al deze elementen tot een coherent en vooral boeiend en meeslepend geheel. Ik deed bijna een maand over dit boek, domweg omdat je in twintig pagina's zoveel voorgeschoteld krijgt dat je tijd nodig hebt om dat te laten bezinken. Onbegrijpelijk dat Oz niet de Nobelprijs kreeg toegekend. Alleen al dit boek moest daartoe leiden.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.