08 maart 2020

IJdel

Het begon in december j.l. met De man in de rode mantel van Julian Barnes (zie hier de weblog). Dat boek zette me op het spoor van het dandyisme. Tegen de keer van Huysmans (hier) was een logische eerste stap, nu nog logischer gevolgd door Het portret van Doran Gray, de enige (gepubliceerde) roman van Oscar Wilde. En wat voor een! Een succesvol schilder schildert een portret van de briljante en ultiem mooie jongen Dorian Gray die het schilderij na voltooiing thuis ophangt. Zijn stille bede dat hij altijd zo mooi mag blijven als geschilderd wordt ingewilligd, maar het portret op het schilderij veroudert. Dat zet een onomkeerbaar proces van afglijden van Gray in werking, zowel mentaal als in zijn handelen. Het is een meesterlijk verhaal, uiterst subtiel en met fijne penseelstreken opgetekend. De discussies tussen de schilder, Gray en hun gezamenlijke vriend lord Henry zijn fenomenaal - lord Henry is de vleesgeworden cynicus. Enige bedenking die ik heb is de grote knik in de tijd, halverwege het boek. Er wordt een tijdsprong van zo'n twintig jaar gemaakt. Ik vraag me nog steeds af of dat had gemoeten, Maar voor de rest een grandioos boek.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.