13 oktober 2014

Jongeling

Over het vijfde deel van de Mijn strijd-cyclus van Karl-Ove Knausgård deed ik relatief lang, bijna drie weken. Schrijver is ruim 600 pagina's dik, en daarin beschrijft hij - zo ongeveer - de periode tussen de delen Nacht (zie hier) en Liefde (zie hier) terwijl het op enkele pagina's ook overlapt met Vader (zie hier). In dit deel is Knausgård twintiger, zoekend en veelal dolend. Zowel als schrijver, als minnaar en als individu. Veel dronkemansgedrag en amoureus post-puberaal gedrag. En omdat je eigenlijk al weet hoe het na dit deel verder gaat, is dat post-puberale gedrag ook een beetje ergerlijk. Maar goed: Knausgård weet deze periode die we allemaal hebben meegemaakt haarscherp uit te benen. Eigenlijk kun je zijn gedrag niet kwalijk nemen, hoe irritant soms ook, want wie was niet uiterst onzeker in die levensfase? De titel is illustratief: eerst kijkt hij als schrijvend-ploeteraar op tegen iedereen die uitgegeven is en wordt, en als het hem uiteindelijk zelf overkomt, slaan de onzekerheid en de leegheid toe. En zo vergaat het hem ook in zijn eerste liefdes en zijn relatie met zijn broer en ouders. Een confronterend boek.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.