23 september 2022

Filosofie

Ik las achter elkaar twee boeken van de Amerikaanse psychiater Irvin D. Yalom, die met zijn romans waarin bekende filosofen centraal staan groot succes heeft. In beide romans twee verhaallijnen, waarvan eentje over de betreffende filosoof, en de ander over het (relatieve) heden en waarin de waarde van de filosoof wordt uitgewerkt. Ik las allereerst Het raadsel Spinoza waarin de Amsterdamse filosoof Baruch de Spinoza (1632-1677) in zijn eigen verhaallijn handelend en sprekend wordt opgevoerd, en dat een aardig beeld geeft van zijn denkwijzen die de Joodse gemeenschap veel te ver gingen en die tot zijn excommunicatie (Cherem) leidden. In de andere verhaallijn staat nazi-ideoloog Alfred Rosenberg centraal, die alles wat Joods was per definitie minderwaardig vond, maar desondanks geïntrigeerd was door Spinoza. Een boeiend boek dat ik in sneltreinvaart uitlas.
Daarna las ik De Schopenhauerkuur waarin Yalom een zakelijk geschreven biografie van de Duitse pessimistische filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860) koppelt aan de beschrijving van een lange serie (psychische) groepssessies waarin een van de deelnemers volledig in de ban is van Schopenhauer. Hoewel ik ook dit boek in een vloek en een zucht uitlas, vond ik dit minder geslaagd: de verslagen van de groepssessies vond ik veel te langdradig, en niet altijd nuttige bouwstenen in het geheel. Yalom heeft nog een andere roman geschreven, rondom Nietzsche, en dat wil ik ook wel lezen; je krijgt in een aantrekkelijke vorm toch een aardig beeld van een bekende filosoof.

Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.