
Mijn leesgedrag bevindt zich op een wat laag pitje. Er is veel werk te doen, dus tijdens de vele treinreizen zit ik dikwijls achter ander leesvoer, of mijn laptop. Daarnaast ben ik wat vastgelopen in
Overtocht naar India van E.M. Forster. En dan kost het even voordat ik besluit het boek weg te leggen en over te stappen op wat anders. Dat werd eerst
Hoe God verdween uit Jorwerd van Geert Mak, maar zijn psychologie van de koude grond is ook niet zaligmakend. Vorige week dan in drie dagen van
Jeroen Brouwers het nieuw verschenen
In het midden van de reis door mijn leven gelezen, dat als ondertitel de intrigerende term
Oerboek draagt. Brouwers bezit een basismanuscript dat allerlei invallen, korte fragmenten en halve verhalen bevat. Dat oermanuscript blijkt een rijke bron voor veel van zijn werken. In dit boek een kort fragment daaruit, voorafgegaan door een lange uitweiding van Johan Vandenbroucke waar de elementen uit dat fragment allemaal zijn terechtgekomen. Het interessantst is echter het voorwoord van Brouwers zelf, die de ontstaanswijze van zijn oerboek verklaart. Verder bevat deze bundel nog
De Exelse testamenten, die ik al eens eerder las in een andere uitgave. Deze bundel is een aardigheidje, maar ook niet meer dan dat, en alleen voor Brouwers-liefhebbers een hebbedingetje. Maar moge Brouwers binnenkort weer eens een hele essaybundel of roman publiceren...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten