
Wat dit boek vooral boeiend maakt is dat je je eigen standpunt kunt formuleren. Fasseur gunt weliswaar Prins Bernhard het gelijk van diens handelen (Bernhard bracht de zaak in 1956 aan het rollen door te lekken naar de pers), maar voor Juliana valt evenzeer begrip en vooral ook compassie op te brengen. Ik heb die Bernhard altijd al een schuinsmarcheerder gevonden, en zijn rol in dit verhaal bevestigde me in die mening. Hij voelde zich meer dan hem op grond van zijn positie toekwam, en kreeg in het conflict het vertrouwen van de kinderen. Arme Juliana: zij was de koningin, maar ze kwam als verliezer en volledig eenzame figuur uit de strijd. Fasseur laat de gevolgen van de Hofmans-affaire bij de hoofdrolspelers onbesproken; die beschrijving laat hij aan latere biografen van Juliana en Bernhard over. Juliana heeft een dagboek bijgehouden, dat niet eerder dan 50 jaar na haar dood (dus in 2054) openbaar gemaakt zou kunnen worden (als het staatshoofd dan - Amalia? - daartoe toestemming geeft). Eigenlijk bieden die pas het echte inzicht.
Net als in de twee Wilhelmina-boeken is de stijl van Fasseur verrukkelijk. Hij schrijft met een licht ironische toets, en onthoudt zich hier en daar niet van minieme commentaartjes over zaken die niet van belang zijn. Maar die juist wel grappig zijn om te lezen. En de beschrijving van de achtergrond van Greet Hofmans en haar 'paranormale ontwikkeling' leverde bij mij menig lachsalvo op. Met dit boek krijgt de lezer een unieke inkijk in het leven van onze voormalige Koningin en Prins. Met de heerlijke stijl van Fasseur levert dat een prachtboek op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten