30 juli 2010

Moorden en gedichten

Ik lees ieder jaar wel een thriller, meestal van Val MacDermid en/of Michael Connelly. Ze zijn steevast goed geconstrueerd en meeslepend: je wordt voortdurend op het verkeerde been gezet bij het uiteenrafelen van 'hoe het allemaal gegaan moet zijn', waarbij ook het heden in het verhaal zelf er een schepje bovenop doet. In De dichter van Connelly is dat niet anders, maar toch vind ik het minder geslaagd dan andere thrillers die ik van Connelly las. De oplossing van de gepleegde moorden is vooral een psychologisch proces bij de ik-figuur, en dat weet Connelly niet geheel overtuigend te beschrijven. Het heden in het verhaal speelt te weinig een spanningverhogende rol. Bovendien lijdt het boek aan 'technische veroudering': het speelt zich af ergens in de eerste helft van de jaren negentig, en de technische communicatiemiddelen waar met name de dader gebruik van maakte zijn sindsdien flink geƫvolueerd. Enfin, geen topper, maar in deze tijden van algehele leesslapte voldoende aantrekkelijk om toch, hetzij in kleine stapjes, door te blijven lezen.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.