23 maart 2014

Mannen op pad

Zeven jaar geleden las ik Morgen zijn we in Pamplona van Jan van Mersbergen, waar ik toen niet zo positief over was (zie hier de leeslog). Van Mersbergen heeft sindsdien meerdere romans geschreven, maar pas nu zorgden goede recensies ervoor dat ik zijn nieuwste roman De laatste ontsnapping meenam uit de boekhandel. Er zijn duidelijk veel verwantschappen tussen de twee genoemde romans: het zijn (hetero)mannen (en jongens) die centraal staan, er wordt niet al te veel gezegd en er wordt gereisd met de nodige problemen in de bagage. De laatste ontsnapping speelt voor een groot deel in de nacht af, in cafe's waar het bier en de jenever rijkelijk stromen. Van Mersbergen schrijft in een hoekige, onopgesmukte stijl, en dat maakt dit boek weinig warm maar niet minder boeiend. Voldoende goed en interessant om op zoek te gaan naar andere romans van Van Mersbergen.

19 maart 2014

Nasleep

Twee jaar geleden las ik voor het eerst een boek van Joseph Roth (1894-1939), het prachtige Radetzkymars, waarin de aristocartische wereld van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog langzaam maar zeker ten onder gaat (zie hier de weblog). Nu las ik de kleine roman (of grote novelle) Hotel Savoy, waarin juist de nasleep van die Eerste Wereldoorlog de aanleiding van het verhaal vormt. De ik-persoon Gabriel Dan keert na enkele jaren oorlog en krijgsgevangenschap in Siberië terug in een oosteuropese stad en neemt zijn intrek in het zeven verdiepingen tellende Hotel Savoy. Hoe hoger het nummer van de etages, hoe troostelozer en armoediger de kamers en hun bewoners. In sobere stijl beschrijft Roth de mensen die het hotel bevolken en de stad waarin de ik-figuur op zoek gaat naar familie en naar geld. Het is vooral een joodse wereld die hij beschrijft; in 1933 werd het boek door de nazi's verboden en op de brandstapel gegooid. Ik vond dit een minder toegankelijk boek dan Radetzkymars, maar evenzeer een prachtig voorbeeld van fictie waarin de centraal-europese geschiedenis raak getypeerd wordt.

15 maart 2014

Storm

In 2000 las ik de debuutroman van Dave Eggers dat hem toen in één keer op de literaire wereldkaart zette: Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit. Dat viel me ondanks alle hosanna-verhalen eigenlijk een beetje tegen, ofschoon - naar ik me herinner - het begin de meest krachtige aanklacht tegen het roken van sigaretten is. Sindsdien las ik geen andere boeken van deze geëngageerde Amerikaanse schrijver. Onlangs kocht ik Zeitoun, een reconstructie van wat Kathy en haar man Zeitoun in 2005 in New Orleans overkwam voor, tijdens en vooral na het overtrekken van de orkaan Katrina. Ik las het 366 pagina's dikke boek (verschenen in 2009) binnen twee dagen uit. Eggers sprak met alle hoofdpersonen, las alles wat er over de orkaan en de gevolgen verschenen is, en maakte er een spannend, onthutsend en oermenselijk dagboek van waar de storm en de overstroming van de stad zelf eigenlijk het minst problematisch zijn. Eggers schrijft het verhaal uitermate beheerst, welhaast rapporterend, en laat de emotie aan de lezer. Dat bewijst weer eens dat de werkelijkheid, in tegenstelling tot fictie, geen peper en zout nodig heeft om te verbluffen. Maar daar heb je wel uitmuntende reporters voor nodig, zoals Eggers. Op internet las ik dat Kathy en Zeitoun sindsdien geen stabiel leven meer hadden, om het zwakjes uit te drukken. Eigenlijk mag er wel een Zeitoun-2 komen: hun relatie en de ontwikkelingen in Syrië bieden genoeg stof voor een vuistdik vervolg.

12 maart 2014

Boekenweek 2014

Het boekenweekgeschenk uit 2013 van Kees van Kooten moet ik nog lezen; dat van dit jaar las ik nog tijdens de boekenweek. Een mooie jonge vrouw van Tommy Wieringa is een boekenweekgeschenk zoals er al vele zijn geweest: vlot geschreven, een verhaal uit één stuk en toch niet goed genoeg om te beklijven. Ik heb dit verhaal al vele keren eerder gelezen: een moderne veertiger slaat een moderne jonge vrouw aan de haak en uiteindelijk loopt alles mis. Je leest het verhaal om de afloop, maar boeiende inzichten zijn er eigenlijk niet. Verder ontbreekt wederom die lichte sprankeling in de schrijfstijl die Wieringa eigenlijk alleen in Joe Speedboot tentoonspreidde - in zijn laatste boeken bleef die helaas afwezig. En dat een gevestigd schrijver van Nederlandse literatuur én een redacteur van het grote uitgevershuis De Bezige Bij het verschil niet kennen tussen 'bedenken' en 'zich bedenken' (zie op blz. 33 van dit boekje), geeft te denken...

Poep

Het komt weinig meer voor: schrijvers en uitgevers die lange tijd bij elkaar blijven en in die lange tijd bouwen aan een eenheid van uitgaven. Midas Dekkers bouwt al meer dan 20 jaar aan een serie onverwoestbare studies over menselijke-biologische onderwerpen: De vergankelijkheid, Lief dier, De larf en Lichamelijke oefening: deze titels vormen de kern van Dekkers' krachtige oeuvre. En ze werden steeds op dezelfde wijze uitgegeven, zodat ze in de boekenkast een fraaie eenheid vormen. De laatste aflevering uit de serie (Lichamelijke oefening) verscheen in 2006 (zie hier de weblog daarvan - de andere delen las ik voordat ik aan deze weblog begon). En pas nu een volgend deel: De kleine verlossing of de lust van ontlasten. Wederom een verrukkelijk boek over een alledaags onderwerp waar zelden of nooit over wordt geschreven. Dekkers rijgt in sommige stukken oneliner aan oneliner, en als lezer volg je gewillig en instemmend zijn argumentaties. Consistent-(populair)wetenschappelijk schrijven is niet zijn sterkste punt: Dekkers meandert door de onderwerpen zoals het hem uitkomt. Dat maakt het lezen van dit boek juist zo avontuurlijk: aan het begin van een hoofdstuk weet je nooit hoe die gaat verlopen en hoe die zal eindigen. De vele illustraties vormen een rijkdom op zich. Voor de rest een heerlijk boek over poep.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.