31 oktober 2014

Monnik

Jeroen Brouwers is een onvermoeibaar schrijver. Ondanks zijn leeftijd (74) en zwakke gezondheid (te veel drank en sigaretten) blijft hij doorschrijven. Gelukkig maar, want hij behoort onmiskenbaar tot de beste Nederlandse schrijvers van de laatste decennia. Zijn vorige roman Bittere bloemen vond ik niet geheel geslaagd, zie hier de weblog erover. Maar zijn nieuwste roman Het hout is een prachtig boek. Het behandelt de seksuele misstanden in de katholieke kerk, en dan met name die in de jongensinternaten van sommige kloosterorden. In recensies van de roman werden de onwaarschijnlijke afloop en het weifelende karakter van de ik-figuur als de zwakheden van het boek benoemd, maar daar was het Brouwers volgens mij niet om te doen. Hij weet in oogstrelend fraai en eigenzinnig proza een wrange, klamme en onheilspellende sfeer te creëren die je zelden zo overtuigend in je ban houdt. Wanneer de ik-figuur ongemakkelijke mededelingen verteld krijgt, bouwt Brouwers grammaticaal uitgeklede maar uiterst trefzekere zinnen die de huichelachtigheid van de boodschap benadrukken. Brouwers zat als kind ook een poosje in een jeugdinternaat, en zijn boosheid daarover is duidelijk voelbaar. Brouwers heeft wat te vertellen in dit boek, en hangt dat op aan een eendimensionaal liefdesverhaal. Maar zijn boodschap is krachtig, in fenomenaal proza geschreven. Zulke fraaie zinnen zijn zeldzaam dezer dagen, maar gelukkig hebben we Jeroen Brouwers nog!

13 oktober 2014

Jongeling

Over het vijfde deel van de Mijn strijd-cyclus van Karl-Ove Knausgård deed ik relatief lang, bijna drie weken. Schrijver is ruim 600 pagina's dik, en daarin beschrijft hij - zo ongeveer - de periode tussen de delen Nacht (zie hier) en Liefde (zie hier) terwijl het op enkele pagina's ook overlapt met Vader (zie hier). In dit deel is Knausgård twintiger, zoekend en veelal dolend. Zowel als schrijver, als minnaar en als individu. Veel dronkemansgedrag en amoureus post-puberaal gedrag. En omdat je eigenlijk al weet hoe het na dit deel verder gaat, is dat post-puberale gedrag ook een beetje ergerlijk. Maar goed: Knausgård weet deze periode die we allemaal hebben meegemaakt haarscherp uit te benen. Eigenlijk kun je zijn gedrag niet kwalijk nemen, hoe irritant soms ook, want wie was niet uiterst onzeker in die levensfase? De titel is illustratief: eerst kijkt hij als schrijvend-ploeteraar op tegen iedereen die uitgegeven is en wordt, en als het hem uiteindelijk zelf overkomt, slaan de onzekerheid en de leegheid toe. En zo vergaat het hem ook in zijn eerste liefdes en zijn relatie met zijn broer en ouders. Een confronterend boek.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.