26 februari 2006

Over de Romeinen

Zowat ieder jaar verschijnt er een nieuw boek van Fik Meijer, hoogleraar oude geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, over de romeinse tijd. Zijn eerste boek in die reeks Keizers sterven niet in bed is het meest sterk. Het biedt een fraaie opsomming van alle romeinse keizers, een korte levensschats en een beschrijving van de wijze waarop ze aan hun einde kwamen. Twee latere boeken (Gladiatoren en Wagenrennen) vond ik minder en lijden ook aan wat me in zijn jongste boek Macht zonder grenzen, Rome en zijn imperium stoort. Fik Meijer is een schriftelijke ouwehoer. Hij gaat maar door in het aanbrengen van details die hem als noodzakelijke feiten voorkomen, maar die de rode draad van het verhaal verstoren. Meijer weet zijn onderwerpen helemaal uit te kauwen, en dat is jammer. Want anderzijds: het onderwerp dat hij beschrijft is interessant genoeg en ik ken geen andere schrijvers die het onderwerp van de romeinen zo toegankelijk maakt. Meneer Meijer: blijf schrijven, maar houd 't kort alstublieft!

Mijn kleine waanzin

Mij ontbreekt soms voldoende rust en tijd om deze leeslog bij te houden. De avonden en weekenden gaan op aan lanterfanten, afspraken, concerten en ook aan werk. Gelukkig houd ik mijn leesproductie op peil: ik reis iedere dag lang genoeg per trein om flinke stukken te kunnen lezen. Lang leve het reizen per spoor!

Twee weken terug las ik Mijn kleine waanzin van Jan Brokken; een boek dat me was aanbevolen. Ik las van Jan Brokken jaren geleden eens zijn verzameling interviews Met musici, waarin een superieur gesprek met Bernard Haitink uit 1982, eerder geplaatst in de Haagse Post dat me toentertijd als 17-jarige abonnee bijzonder greep. Mijn kleine waanzin heet een roman te zijn; volgens mij is dit een onvervalste autobiografie. Weliswaar geen 'bloedstollend relaas' zoals de achterplattekst vermeldt (de uitgever die zulke misplaatste teksten op integere boeken zet moet zich schamen), maar wel een boeiende vertelling over een jeugd en persoonlijke ontwikkeling. Het boek doet vanwege de nauwe band tussen persoonlijke lotgevallen en de maatschappelijke ontwikkelingen in de decennia na de Tweede Wereldoorlog sterk aan De eeuw van mijn vader van Geert Mak denken, maar de vergelijking gaat ook mank. Bij Geert Mak speelt de geschiedschrijving een belangrijke rol; hier veel minder. Mijn kleine waanzin overtuigt vooral door de levensechte personages (vader, broers, vrienden) - de ik-figuur komt daarenetegen minder scherp naar voren. In ieder geval een heerlijk leesboek, waar ik steeds weer vergenoegd in verder las.

09 februari 2006

Hollandse nuchterheid

Tussen de duizend armen door las ik ook nog het grootste gedeelte van De wereld volgens Maarten van Rossem; vandaag las ik het uit. Het is een prachtig boek vol Hollandse nuchterheid die Van Rossem zo boeiend maakt. Maar lichtzinnig is dit boek geenszins. Het openingsstuk waarin hij de vele vooroordelen over Nederland ontkracht is eerder een wetenschappelijk betoog dan een populair verhaal. En ook in andere stukken veronderstelt hij voldoende kennis van cultuur en geschiedenis. Van Rossum hekelt het anti-terrorismebeleid en de economische politiek van het huidige kabinet. Waarom een aantal grondwettelijke rechten inperken ten behoeve van de strijd tegen het terrorisme, terwijl wanneer je überhaupt al vermoord wordt, de kans dat dat uit terrorisme gebeurt kleiner is dan 1%? En de economische boodschap van het huidige kabinet is steeds geweest dat het slecht met ons land gaat. Daardoor heeft het kabinet de economie verder in de put gepraat, terwijl het relatief gezien helemaal niet slecht ging. Voorts: "Het langjarige beleid van Zalm moet als zeer eigenaardig worden gekenschetst. Hij verlaagde de belastingen op het hoogtepunt van de hoogconjunctuur en bezuinigde in de recessiejaren. Dat is precies het tegendeel van wat hij had moeten doen."
Heerlijk is zijn lange stuk waarin hij een grootschalige geschiedenis schrijft van de oerknal tot heden. "Laat ik er dit van zeggen: van het een kwam het ander en het had ook heel anders kunnen lopen, al kan ik dat laatste niet bewijzen." Van dit soort boeken waarin eruditie en een frisse stijl samengaan kan ik geen genoeg krijgen.

08 februari 2006

Duizend armen

Vandaag in de trein Ik omhels je met duizend armen van Ronald Giphart uitgelezen. Het viel me niet tegen: met Phileine zegt sorry zijn beste boek. Een typisch Giphart-verhaal over vrienden en vriendinnen, seks en vakantie wordt verweven met het verhaal over de euthanasie van zijn moeder. Giphart is misschen wat te breedsprakig om dit echt een meesterwerk te laten zijn, maar de opbouw is goed en de dood van zijn moeder beschrijft hij erg fraai, precies passend bij de stemming van de hoofdpersonen op dat moment. Goed gedaan!

Berlijn 1945

In Berlijn. De ondergang 1945 van Antony Beevor wordt duidelijk dat de échte Tweede Wereldoorlog vooral in het oosten werd gevoerd. In lijn met het uitgangspunt van Hitler (het westen zo snel mogelijk bezetten om vervolgens alle krachten in het oosten te kunnen inzetten tegen de Sovjet-Unie), zo werd ook de ondergang van het Derde Rijk in het oosten ingezet. De meeste aandacht in het boek gaat dan ook uit naar de strijd tussen de Duitsers en de Russen (de Iwans), welke laatste verkrachtend, plunderend, moordend of korter: dood en verderf zaaiend dorp voor dorp oprukten naar Berlijn. Dit boek is daarom geen feest om te lezen, maar wel noodzakelijk voor wie geïnteresseerd is in het verloop van de oorlog. Dat geldt trouwens ook voor Beevors andere boek over Stalingrad, dat ik twee jaar geleden las. Net als in dat boek weet Beevor het vertellen van de vele details en de grote verhaallijn niet helemaal goed te scheiden, maar desondanks: een imponerend boek.
Voor de statistieken: ik las dit boek al vorige week uit, en publiceerde hier in het weekend ook al een weblog over. Deze bleek echter gewist.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.