30 december 2008

Reetveerdegem

Ik zag Dimitri Verhulst een poosje geleden eens bij Pauw en Witteman; een programma dat ik zelden zie, maar toen toevallig wel. En de welbespraaktheid van deze mij onbekende schrijver deed me zijn naam onthouden. Zijn De helaasheid der dingen verscheen in januari 2006 en ik kocht onlangs de 35ste druk! Enfin, ik bleek wat in te halen, en ik las met dit laatste boek van 2008 één van de leukste van het voorbije jaar. Het is niet echt een roman, maar een verzameling schetsen over een ik-figuur die opgroeit tussen een bierdrinkende familie van vader en ooms, waar de armoede en uitzichtloosheid in gepaste vrolijkheid wordt weggedronken. Pure melodramatiek derhalve, die door Verhulst in prachtige volzinnen wordt verteld. En naast al die heerlijke rauwe caféhumor is het juist dat prachtige proza dat dit boek zo goed maakt. Er staan geweldige onliners in, maar ofschoon ik er een paar keer de slappe lach van kreeg vormen die niet de steunpilaren van deze verzameling, maar juist wel die prachtige stijl van Verhulst. Er zijn meer boeken verschenen van deze Vlaming; ik ga er zeker wat van lezen de komende tijd.

29 december 2008

Zijne Majesteit

Over de reportages van de in 2007 overleden Poolse journalist Ryszard Kapuscinski had ik al veel goeds gehoord, en toen ik in de boekhandel zijn boek De Keizer tegenkwam, besloot ik het te kopen; ik las het binnen 24 uur uit. De ondertitel van het boek geeft precies aan waar het over gaat: Macht en ondergang van Ras Tafari Haile Selassie I. In drie hoofdstukken behandelt Kapuscinski de aard van de macht van Haile Selassie, de eerste haarscheuren daarin en het einde. Haile Selassie was ruim 50 jaar Keizer van Ethiopië, en verwierf in het buitenland veel aanzien. In eigen land evenzeer, maar de schrijndende tegenstelling tussen de pracht en praal aan zijn hof en de hongersnoden in delen van het land werd hem noodlottig. In 1974 maakte het leger een einde aan zijn bewind; een jaar daarna overleed hij. Wat deze reportage van ruim 250 bladzijden vooral zo goed maakt is het universele karakter. Van Boris Godoenov tot de Sjah van Perzië en Robert Mugabe van Zimbabwe: in de wijze van regeren en de wijze waarop ze hun macht (nog zullen) moeten afstaan zitten veel overeenkomsten. En die lees je samengebald in dit geweldige boekje, waarin Kapuscinski veel getuigen aan het woord laat. Knap gedaan!

28 december 2008

Onvermijdelijk

Van de Hongaars-Amerikaanse historicus John Lukacs had ik al wel vaker gehoord, maar ik las nog niet eerder een boek van hem. Nu dan zijn Langs kromme lijnen - zes resterende vragen over de Tweede Wereldoorlog, dat onlangs rechtstreeks van het manuscript vertaald is en pas later in andere landen verschijnt. In het voorwoord van dit boek geeft Lukacs aan min of meer de volgende vragen te beantwoorden: 1) Was de Tweede Wereldoorlog onvermijdelijk? 2) Was de deling van Europa onvermijdelijk? 3) Was Hitler onvermijdelijk? 4) Was het maken van de atoombom onvermijdelijk? 5) Was de oorlog van Amerika tegen Duitsland onvermijdelijk? 6) Was de Koude Oorlog onvermijdelijk? Niet alle vragen worden eenduidig en helder beantwoord naar mijn idee; daarvoor waren de kwesties soms ook te complex. Maar dat is wel waar dit boek in slaagt: deze complexe kwesties uiteen rafelen. Zo kernachtig als Sebastian Haffner schrijft Lukacs niet, maar zijn inzichten zijn zeer de moeite waard. Wanneer je zijn analyses leest waarin hij duidelijk maakt dat Hitler in mei-juni 1940 bijna de oorlog gewonnen had, komen er wel enkele aanvullende vragen op: a) Waarom viel Hitler in april en mei 1940 eigenlijk West-Europa aan terwijl hij geenszins overtuigd kon zijn ook Engeland op de knieën te kunnen krijgen? Zijn focus was toch altijd op het oosten gericht? b) Waarom liet Hitler de ontsnapping van Duinkerken toe? Enfin, hoe meer je over het onderwerp leest, hoe meer aanvullende kennis je nodig hebt.

24 december 2008

Korea-oorlog

Je moet bij Philip Roth snel zijn wanneer je het over zijn nieuwste roman wilt hebben, want voor je het weet is er alweer een opvolger. Maar de nieuwste op dit moment is Verontwaardiging, en is een heus meesterwerk. Ik las hiervoor pas twee romans van deze Amerikaanse veelschrijver (Het complot tegen Amerika en Alleman), en dat waren allebei goede boeken. Verontwaardiging is minstens zo prachtig. Je leest het in enkele uren uit, maar dan heb je ook een geweldige leeservaring achter de rug. Het verhaal is grotendeels in de ik-vorm geschreven en vertelt het verhaal van Marcus Messner die aan een universiteit ver van zijn ouderlijk huis gaat studeren om aan de overbezorgde invloed van zijn vader te ontkomen. Halverwege het boek geeft Roth de feitelijke afloop al weg, maar dat heeft geen impact op de intensiteit van het verhaal. De slotzin vat alles meesterlijk samen. Tegelijkertijd maakt Roth duidelijk dat er treffende overeenkomsten zijn tussen verschillende levens en hun einde. Stilistisch en compositorisch een grootse roman.

22 december 2008

Bomans

Ik kan regelmatig genieten van de stijl van Godfried Bomans. Er zijn een aantal cd's verschenen met zijn voordrachten en zijn antwoorden op vragen onder de noemer Kopstukken. Op de vraag of Sinterklaas bekeurd kan worden wanneer hij met zijn paard te snel rijdt, de volzin: 'Het kan natuurlijk zijn dat Sinterklaas in mei of augustus in Bussum in cognito op een paard zit en dan de bochten te snel neemt, dan is hij tegen de plaatselijke verordening en dan kan hij gewoon bekeurd worden, maar is hij in functie, rijdt hij op 5 december ambsthalve te snel, dan ressorteert hij onder het Vaticaan.' Of op de vraag van iemand hoe deze een familielid op muziekles kan krijgen, de openingszin: 'Zoals u weet heb ik nogal een uitgebreide familie, en wij zijn dus in staat om de Negende symfonie van Beethoven in familieverband te spelen, met slotkoor, dat wordt uitsluitend door tantes gezongen.' Het zijn zulke tussenwoorden als 'ambtshalve' en 'familieverband' die de teksten van Bomans de kitsch doen ontstijgen. Je moet er niet teveel van innemen, dan wordt het te melig en te kneuterig, maar ik blijf een zwak houden voor deze Haarlemse schrijver. Ik had ooit een exemplaar van Kopstukken, één van zijn beste boekjes, maar dat bleek al een poosje verdwenen. Ik kocht vorige week in een antiquariaat een nieuw exemplaar, en las het tussen de bedrijven door. De interviews met zomaar wat beroemdheden bevatten enkele juweeltjes. Natuurlijk het interview met de brandmeester (de belendende percelen), de grootmeester (de Koningin wordt gekraakt tussen e4 en g5. Hierop zal er onder de pionnen een paniek uitbreken, nog vergroot door Lf4-h6. Natuurlijk zullen de kastelen toesnellen, doch tegen h4 machteloos te pletter lopen.) en de kunstkenners (En met een dun stokje zwiepte hij een Moeder met Kind van een pilaartje af.). En ach, de Vondelherdenking te Beetsterzwaag is ook al zo prachtig. Heerlijk boekje.

21 december 2008

Booker Prize

Ik struinde door Scheltema en kon niet echt veel van mijn gading vinden; in een hoek wel een stapel exemplaren van De witte tijger, de dit najaar met de Booker Prize bekroonde debuutroman van de Indiase schrijver Aravind Adiga. Het leek me wel een pageturner, dus vooruit. En inderdaad, ik las het boek van 279 bladzijden in een zaterdag- en zondagmiddag uit. Het is een rauw verhaal over de wijze waarop de ik-figuur zich aan zijn bediendenbestaan weet te ontworstelen en zelf een rijk en manipulerende persoon wordt. Want dat is de boodschap van het boek: het moderne India is een door en door verziekt, corrupt land waar de politieke praktijk, het nimmer uit te roeien kastesysteem, machtsuitoefening en familiebanden voorkomen dat het echt de status van ontwikkelingsland weet te onstijgen. De beschrijvingen van het ouderlijk dorpje op het platteland en de hoofdstad New Delhi kwamen erg overeen met de indrukken die ik er zelf opdeed tijdens mijn reis twee jaar geleden. De grote tegenstellingen in New Delhi en andere miljoenensteden waar ik was (Jodhpur, Jaipur), en de ontelbare rondhangende mensen in de vele smerige dorpjes waar we met onze bus doorheen reden, bieden het decor voor dit verhaal waarin de rauwe werkelijkheid nergens geromantiseerd wordt. Dat maakt deze roman zeker een apart en nuttig boek, ook al was de boodschap me halverwege eigenlijk wel duidelijk. Maar goed, geenszins een miskoop.

20 december 2008

Oorlog

Mijn exemplaar van Salammbô van Gustave Flaubert stond al sinds 1999 in mijn boekenkast; pas nu las ik het. Daarmee heb ik nu alle romans en verhalen van de Franse meester gelezen. Misschien gewoon weer alles overnieuw gaan lezen, want Flaubert behoort tot mijn toppers, ook al zijn zijn geschriften niet altijd even makkelijk toegankelijk. Salammbô is daarvan een goed voorbeeld. In deze historische roman wordt verhaald over de oorlog van de Huurlingen en Barbaren tegen de stad Carthago (240-237 v.Chr.). Deze Huurlingen en Barbaren kregen van de Carthagers niet hun beloofde soldij voor hun bijdrage aan de oorlog van de Carthagers tegen de Romeinen. Deze Huurlingenoorlog geldt als één van de meest gruwelijke oorlogen uit de geschiedenis, en Flaubert spaart de lezer daarbij niet. Naast de oorlog staan ook de liefde van de Huurlingenleider voor Salammbô, de dochter van de Carthaagse legerleider, en de mystieke godenverering centraal. Flaubert vond dat zijn verhalen zo waarheidsgetrouw moesten zijn, waarbij de stem van de verteller volledig afwezig moest blijven. Hij reisde speciaal naar Carthago af om zich een indruk te vormen hoe de stad er ooit uitgezien moet hebben, als ook van de omgeving waarin de oorlog zich afspeelt. Het uitzoeken van alle religieuze details moet hem onstellend veel werk gekost hebben. Flaubert deed een jaar of vijf over het schrijven van dit boek; het werd in 1862 gepubliceerd. Het geldt als het schoolvoorbeeld van de perfecte historische roman. Ruim 140 jaar later leest het nog steeds als een modern werk. De vertaling van Hans van Pinxteren is krachtig en niet altijd even gemakkelijk (veel woorden zijn weinig gangbaar), maar doet de oorsprong denk ik alle recht. Het lezen van Salammbô kost soms wat concentratie, maar dan lees je wel een meesterwerk over een boeiende en rumoerige periode.

15 december 2008

Terloops

Nikolski is de debuutroman van de Canadese schrijver Nicolas Dickner, en die in Canada een bestseller schijnt te zijn. De Nederlandse vertaling vormde de eerste uitgave van de nieuwe literaire uitgeverij Ailantus; ik kreeg het boek van een vriendin die de uitgeefster kent, en ik las het op een grijze zondag in enkele uren uit. Het is een uitermate leuke, frisse en onderhoudende roman. In een heuse raamvertelling wordt het leven van drie jongelui verteld. Ze kennen elkaar niet, maar zijn toch familie van elkaar. Hun avontuurlijke achtergrond heeft hen tot eigenaardige, maar boeiende persoonlijkheden gemaakt, en ieder vindt broodwinning in oude spullen: de ik-verteller werkt in een antiquariaat, Noah studeert archeologie en wordt de assistent van een docent die zich in afval heeft gespecialiseerd, en Joyce legt zich toe op computerpiraterij op computers die ze zelf uit afgedankte pc's heeft samengesteld. In Montreal komen hun levens dicht bij elkaar, vinden ook terloopse ontmoetingen plaats, maar daarin ligt niet de kern van het verhaal. De terloopsheid van alles blijkt een boeiend uitgangspunt in dit boek, waarin de zee, vis, afval en het Boek met de Drie Hoofden boeiende neventhema's vormen. Geen ondubbelzinnig meesterwerk, want daarvoor zijn er nog wel wat losse eindjes. Maar voor een saaie middag of een treinretourtje naar een verre stad is dit een heerlijk boek.

Baron

Er zijn twee versies van de Avonturen van de Baron Von Münchhausen. Ik las de vertaling door Jeroen Brouwers van de Wonderbare reizen ter land en ter zee, veldtochten en vrolijke avonturen van de Baron Von Münchhausen zoals hij deze in de kring zijner vrienden met de fles onder handbereik zelf pleegt te vertellen, in 1788 geschreven door Gottfried August Bürger. Hij baseerde zich op een enkele jaren daarvoor uitgegeven boekje met Baron Munchausen's Narrative of his Marvellous Travels and Campaigns in Russia van Rudolf Erich Raspe. Bürger vulde Raspe's vertelling aan met meerdere avonturen, zodat zijn versie het meest compleet is. Het ene avontuur is nog onwaarschijnlijker dan het andere, maar de ironische toets en de zorgvuldige vertaling van Jeroen Brouwers maken dit toch wel een aardig boekwerk dat zich snel laat lezen. 

10 december 2008

560 bladzijden gekanker

Reis naar het einde van de nacht stond al ruim een jaar op mijn plankje met nog te lezen boeken. En pas nu waagde ik dit beroemde boek van Louis-Ferdinand Céline te lezen. Ik deed er ruim een week over, wat eigenlijk best snel is voor zo'n dik en dichtbedrukt boek. Wanneer je nederlandse internetpagina's opslaat over dit boek, lees je vooral positieve indrukken over deze roman. Céline was weliswaar geen vrolijke man, en zijn anti-semitisme maakt hem geenszins sympathiek, maar over dit boek zelf weinig negatiefs. Onlangs vertelde iemand me echter dat het boek in Frankrijk een geheel andere status heeft. Het schijnt daar zelfs not done te zijn om Céline te lezen. Enfin, het boek is nu uit en ik kan erover meepraten... Maar echt genoten heb ik er niet van. Het is zeker een groots werk, want 560 bladzijden onafgebroken gekanker op alles en iedereen zonder enig lichtpuntje, en in zulk een ruw en modern taalgebruik - geschreven in de jaren dertig van de vorige eeuw! - tja, dan is zeker sprake van een vernieuwend werk. Het is echter ook flink vermoeiend, al dat negatieve gezeur. Ik sla nu willekeurg wat pagina's open en noteer de woorden die ik zie: stinken, hel, afschuwelijk, stommiteiten, ramp, vuilnisbelten, venijnig, opgezwollen, laf, rottigheid, catastrofe, prut, gesticht, agressief, klootzak, stikken, hufters, smerig, zwendelaar, futloos, gammel zootje, wanhoop... Het is W.F. Hermans in het kwadraat. Zeerzeker knap gedaan, maar kunst is zeker niet altijd mooi en genietbaar.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.