31 december 2005

2005: de balans

De feiten over mijn leesgedrag in 2005:
* gelezen boeken: 62
* totaal aantal bladzijden: 16.189

Daarmee 'scoort' 2005 in mijn boekenschrift (sinds 1989) een mooie derde plaats. 2003 met 51 boeken/18.243 bladzijden en 2002 met 76 boeken/23.107 bladzijden staan nog steeds fier bovenaan. Ik zal later eens mooie staatjes over de jaren heen maken.

Mijn top-10 van 2005 (in chronologische volgorde):
* Jan Siebelink: Knielen op een bed violen (ik kocht de eerste druk!)
* Anton Tsjechov: Verzamelde werken 1 - Verhalen 1880-1885
* Philip Roth: Het complot tegen Amerika
* Gerard Reve & Geert van Oorschot: Briefwisseling
* Jan Wolkers: Turks fruit
* Hans Warren: Geheim Dagboek 1987-1990
* Tommy Wieringa: Joe Speedboot
* Jeroen Brouwers: De schemer daalt - Feuilletons 7
* Jeroen Brouwers: Alles is iets - Feuilletons lente 1998
* Ian McEwan: Zaterdag

Er waren ook enkele afknappers:
* Anna Enquist: De thuiskomst
* John Keegan: The Iraq War
* Alan Hollinghurst: De schoonheidslijn

Van Jeroen Brouwers las ik dit jaar 9 boeken.

Iedereen een gezond en leesbaar 2006!

Felix Eijgenraam: De plezierfactor

In eerdere logs heb ik al het nodige over De plezierfactor van Felix Eijgenraam verteld, maar het was alweer zolang geleden dat ik het in zijn geheel las (8 januari 1991) dat ik het gisteren en vandaag nog maar eens in zijn geheel heb gelezen. Het blijft een aardig boekje en biedt de ideale aansporing om zelf ook een boekenschrift te beginnen. In latere logs zal ik - als beloofd - dieper ingaan op mijn eigen boekenschrift. maar daar is op deze oudejaarsdag geen tijd voor: de balans van het leesjaar 2005 dient opgemaakt!

30 december 2005

Ian McEwan: Zaterdag

Ik wilde Zaterdag van Ian McEwan per se nog dit jaar lezen, omdat ik daarmee in 2005 alle drie (of eigenlijk vier) belangrijke nieuwe romans uit het Engelse taalgebied over de nasleep van '11 september' gelezen heb. Het had natuurlijk niks uitgemaakt wanneer ik dit boek volgende week gelezen zou hebben, maar allez c'est moi. Die andere romans zijn: Stralende dagen van Michael Cunningham en Extreem luid & ongelooflijk dichtbij van Jonathan Safran Foer. Met enige goede wil past hier ook Het complot tegen Amerika van Philip Roth bij. Al deze boeken heb dit jaar gelezen. In deze boeken staat het gedrag van individuen als reactie op terreur centraal. Bij McEwan en Foer speelt de aanslag op de Twin towers op 11 september 2001 of de nasleep daarvan een rol, maar in alle boeken is er een (dreigende) terreur waartegen de hoofdpersonen zich teweer stellen. Het boek van Foer viel me zoals hier eerder gerapporteerd tegen, maar de andere boeken vond ik groots.
Met Zaterdag heeft McEwan in mijn ogen een meesterwerk geschreven. Het boek omspant ruim 24 uur uit het leven van neurochirurg Henry Perowne: zaterdag 15 februari 2003, de dag waarop in Londen een massabetoging tegen de dreigende oorlog tegen Irak gehouden wordt. Die betoging is voortdurend op de achtergrond aanwezig, maar is ook de oorzaak voor het onschuldige auto-ongelukje dat Perowne krijgt dat later die dag echter nog een gevaarlijk vervolg krijgt. Lees dit boek, want het zijn niet alleen de gebeurtenissen die boeien (werkelijk alles grijpt in elkaar en geen enkele gebeurtenis is zonder reden). Hiernaast zijn het ook de fantastische stijl (en vertaling) en de minutieuze beschrijving van alle handelingen, gedachten en associaties die je als lezer van je omgeving doet afsluiten. McEwan beschrijft zelfs een hersenoperatie die Perowne uitvoert, de vaktermen buitelen over elkaar heen. Je snapt er geen zier van, en toch is het spannend! Bij Cunningham is het de zoektocht naar de schoonheid die het individu in de harde en bedreigende omgeving overeind houdt; bij Foer de kinderlijke onschuld en wijsheid. McEwan kruist op meesterlijke wijze twee degens tegen de terreur: wetenschap en poëzie. Wat is dit een goed boek!

27 december 2005

Dit land kan zoveel beter

Jonstleden vrijdag signeerde Wouter Bos zijn boek Dit land kan zoveel beter bij Scheltema in Amsterdam. Ik ben het er wezen kopen en heb het als kerstcadeau voor M. laten signeren. Wat me opviel: het was er flink druk en de overgrote meerderheid van de mensen in de rij was van jeugdige leeftijd. Ik denk dat Wouter Bos populairder is dan de standpunten van de PvdA.

Het is bepaald geen slecht boekje geworden; vlot geschreven en zeker inspirerend. Ik hoop oprecht dat Wouter Bos bij de komende verkiezingen het huidige kabinet naar huis weet te sturen. Een sjagrijniger regering dan het kabinet-Balkenende heeft Nederland geloof ik nog niet eerder gehad. Het is als bij een matig concert: de noten zijn er wel, maar er klinkt geen muziek. Ofwel: cola in een fles waar al een dag de dop vanaf is. Bij alle kritiek op Wouter Bos: hij is de enige van de huidige politieke leiders die een statement durft af te geven en hoegenaamd geen slechte bovendien. Het overgrote deel van het boekje gaat over zijn eigen carrière en over zijn analyse van de huidige werkelijkheid. Pas aan het eind komen zijn oplossingen tevoorschijn. Ik ga daar mijn stem voor geven.

Pindakaas

Vorige week in de forensentrein van Karel van het Reve de bundel Met twee potten pindakaas naar Moskou gelezen (1970). Het bevat een aantal stukken die eind jaren zestig met name in Het Parool en de Volkskrant verschenen, tijdens zijn verblijf als correspondent in de Sovjet-Unie. Natuurlijk staat de aard van het communistische regime centraal, maar soms ook alledaagse onderwerpen als een voeltbalwedstrijd tussen de Sovjet-Unie en België. De bureaucratische wijze van het berekenen van de huur van een woning in Moskou wordt door Van het Reve fijntjes nagedaan. Het boek bevat ook vier wat langere artikelen waarin Van het Reve in zijn karakteristieke droge stijl de gebeurtenissen tijdens de twee Russische revoluties van 1917 beschrijft. Geenszins volledig, maar voldoende informatief.
En ja, ook in deze stukken die nonchalante slordigheid waar Jeroen Brouwers in De schemer daalt (Feuilletons 7) flink tegen tekeer gaat: "De man schreef dusdanig slordig dat ik er kloppende koppijn en hartkrimpingen van ergernis door krijg." Inderdaad: Van het Reve vindt het geen probleem om bepaalde feiten niet te staven, en gebruikt termen als 'of zoiets', 'wat er verder gebeurde weet ik niet meer', 'er zal ongetwijfeld een fout inzitten' (bij die huurberekening). Ik stoor me er niet aan en vindt het zelfs wel grappig bij Van het Reve. Ik mag zijn boeken graag lezen vanwege zijn tegendraadsheid en vermogen om via beschrijvingen van kleine voorvallen een groter geheel te duiden. Van het net geplukt: een mooie foto van Van het Reve met uitgever G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1982. Foto: Ewoud de Kat.

2x Bob den Uyl

Door tijdgebrek heb ik bijna twee weken lang deze leeslog niet kunnen bijwerken. En als er wel tijd was gaf ik de voorkeur aan het lezen zelf. Ik lig inmiddels vier boeken achter, dus de vrije dagen tussen kerst en nieuwjaar zal ik gebruiken om deze leeslog weer up to date te brengen. Bovendien mag ik over enkele dagen de leesbalans van het voorbije jaar opmaken...

Ik las nog nooit eerder iets van Bob den Uyl. Jeroen Brouwers schreef in De schemer daalt (Feuilletons 7) dat ik begin december las zo'n toegewijd essay over deze Rotterdamse schrijver, dat ik bij internetantiquaritaat Klondyke in Almere twee aldaar beschikbare titels van Den Uyl kocht en deze achterelkaar las: de verhalenbundel Een zachte fluittoon en zijn roman Een zwervend bestaan. Ik heb beide boeken met groot plezier gelezen.
Een zwervend bestaan dateert van 1977 en heet een roman te zijn, maar is het eigenlijk niet. Op het achterplat schrijft Den Uyl: "Een zwervend bestaan is opgebouwd uit zesentwintig afgeronde fragmenten, die te zamen een beeld geven van, of delen van, mijn leven vanaf jeugd tot heden. Het accent valt hierbij op reizen of in ieder geval verplaatsingen in de ruimte van mijzelf en anderen, en commentaar daarop. Het leven, zo is mij ten slotte duidelijk geworden, is voor iedereen van het begin tot het einde een treurige zwerftocht om, als je ten minste geluk hebt, een aantal rustpunten heen.
Geen aan de schrijftafel bedachte verhalen dus, maar niets dan de harde waarheid, zij het een keuze daaruit. Met wat goede wil zou je het een autobiografische roman kunnen noemen, waarom niet."
Een bijzonder fraai werk, waarin Den Uyl het 'ijzig geouwehoer, smaakvol opgedist, ook' (Komrij) treffend in praktijk brengt. Meerdere fragmenten beginnen over een bepaald onderwerp, waarna binnen enkele regels een haakje openen verschijnt, de schrijver soms anderhalve pagina lang een zijweg bewandelt, en dan na een haakje sluiten gemoedereerd verdergaat waar hij gebleven was. Bovendien bedriegen de openingen van menig fragment de lezer: het onderwerp waar het stuk mee begint, is niet altijd het onderwerp waar het stuk mee eindigt. Of zoals Jeroen Brouwers schrijft: "Den Uyl moest het hebben van 'freewheelend' vertellen, vrij associërend om zich op die manier de krankzinnigste wendingen toe te staan, - van waarneming naar herinnering, van belevenis naar filosofische bespiegeling, alles luchtig en elegant van zegging en met bijna verijblijvende terloopsheid, maar dit laatste is gezichtsbedrog."

Een zachte fluittoon dateert van 1968 en bevat acht verhalen. Sommige vond ik zeer geslaagd; een enkele niet. Groots vond ik het verhaal 'Luister, een Montenegrijnse oorlogszang!' waarin de ik-figuur op zoek gaat naar de authentieke volksmuziek in Calabrië, maar helemaal niets vindt. In beide werken valt naast de door Komrij en Brouwers genoemde eigenschappen van Den Uyls proza ook diens stilistische kwaliteiten op. Den Uyl schrijft mooi verzorgd Nederlands. De woorden zijn ondanks het 'geouwehoer' en 'freewheelen' altijd goed gekozen. Ik ga zeker meer boeken van Den Uyl opsporen.

ps De fraaie foto van Den Uyl is gemaakt door Chris van Houts- bij wijze van copyright

17 december 2005

Jeroen Brouwers: Feuilletons lente 1998

De auteur bekomt een kanarie in een kooitje. "Hij stond in mijn keuken op de vensterbank in het zonnetje. Ik kocht een badhuis voor hem, - zo'n serre-achtig uitbouwsel van plestik dat je aan de kooi kunt haken op de plaats waar je het deurtje hebt opengezet, ik doe er even een schetsje bij, plus, voor de somma van vijfendertig cent het stuk drie bakjes. Twee voor extra lekkers, een voor water.
Alles wat zijn vogelhart begeerde: dagelijks alle zaden daar hij van hield zulke te eten, alsook regelmatig 1 slaatje bla, 1 busseltje muur, 1 precies tussen de tralies van zijn kooi door passend stukje appel. Zangparels ook en honingzaadstengels. Slijpstenen om de bek aan te scherpen. Twee zitstokjes laag, 1 zitstokje hoog en ook nog een schommeltje.
Maar zingen neen. Al hing ik hem in de zon of in de schaduw, een beetje leuke roller uit zijn keeltje laten glijden om mijn mistroostigheid, gelijk aan die van de keizer van China, wat te verzachten, kon hij niet, lukte hem niet. Hij zei alleen maar piet.
Daar had hij wroeginkjes over, dat was wel duidelijk, maar als ik de keuken betrad, begon hij toch enthousiast te dansen en met zijn staart te waaieren (alsof hij 'kwispelde') en steeg er een soort gekwetter op uit zijn keel. Dan verstond ik dat hij zei: 'Ha die schrijver, hoe is 't, bonkig stuk saggerijn?'"
Alles is iets. Dagboekbladen en brieven. Feuilletons lente 1998 is samen met Extra Edietzie de vermakelijkste van de tot op heden verschenen zeven Feuilletonsboeken. Het boekje was het zoeken meer dan waard; ik las het gisteren in een dag uit. Bovenstaand citaat bezorgde me in de overvolle avondtrein de slappe lach; de tranen biggelden over mijn wangen. Ik zal later eens een overzichtje schrijven van de zeven Feuilletons van Jeroen Brouwers.

15 december 2005

Ontroert Foer?

Wederom in drie dagen in de trein een heel boek uitgelezen. Dit keer Extreem luid & ongelooflijk dichtbij van Jonathan Safran Foer. Zijn eerdere roman Alles is verlicht las ik een paar jaar geleden, en vond ik boeiend én verrassend tegelijkertijd. Verrassend vanwege de schrijflust en originaliteit die een mid-twintiger ermee wist te produceren. Over zijn tweede roman lees ik op internet allemaal juichende recensies en berichten dat men erbij heeft zitten lachen en huilen. Mah, nou..., het zal aan mij liggen, maar ik ben niet zo overtuigd van dit boek. Het boek heeft meerdere lagen in zich, maar handelt kortgezegd over de zoektocht van een wijs en beetje wereldvreemd jochie van 9 (een echte bèta-denker) naar zijn vader die op 9/11 2001 omkwam bij de aanslag op het WTC in New York. Foer legt een verband met het bombardement op Dresden en de wijze waarop individuen (familie van het jochie) daarmee omgingen. Ik had nogal moeite met de steeds wisselende vertelperspectieven, als ook met de typografische variaties en de illustraties. Alleen de pagina's met de steeds dichter wordende belettering, uiteindelijk overgaand in een zwarte brij letters vond ik sterk gedaan: de pagina's beelden zo het instorten van de twee WTC-torens uit. Maar verder ben ik puriteins ingesteld: een roman die illustraties nodig heeft om het verhaal kracht bij te zetten is in zichzelf blijkbaar niet beeldend genoeg. Het stoort mij een beetje en brengt me als lezer uit balans. Eerlijk gezegd: ik had heel dikwijls het gevoel dat ik niet alles begreep. Het kan best aan mij liggen, maar ik acht mezelf tegelijkertijd voldoende leesvaardig om dan ook het boek deels aansprakelijk te stellen voor mijn onbegrip. Foer is zeker een schrijver waarvan nog het nodige verrassends te verwachten valt, maar dit boek heeft mij niet geraakt.

En ja: Alles is iets van Jeroen Brouwers is binnen! Ik heb nu zijn serie feuilletons compleet. Een zoektocht van een jaar is ten einde. Met dank aan die onvolprezen site Antiqbook én antiquariaat Diogenes in het Belgische Damme. Ik begin morgen meteen met het te lezen. Tjee: ik typte net deze laatste regels en wilde even de naam van dat antiquariaat en het plaatsje Damme verifiëren. Kwam ik via google op de site www.dammeboekendorp.be. Staat er een fotootje op van het stadhuis en herkende het als een plaats waar ik ooit eens heel even geweest ben en op dat bordes heb gestaan. Het ligt geloof ik tussen Brugge en Zeeuws-Vlaanderen. Ziehier dat stadhuis. Aardig toch?

12 december 2005

In aantocht...

Vorige week in een opwelling op Antiqbook de zoekgegevens 'Alles is iets' en 'Jeroen Brouwers' ingevuld. En opeens, ik kon mijn ogen niet geloven: een vindplaats! Ergens in België. Meteen gebeld, en ja hoor, het boek was nog beschikbaar. Het geld is gegireerd, en nu wachten op de post. Zou het dan toch gebeuren...

11 december 2005

Passievrucht

Vandaag De Passievrucht van Karel Glastra van Loon uitgelezen. Soepel lezend verhaal over de zoektocht van een vader naar wie de échte vader van zijn zoon is. Mooi gegeven, goed uitgewerkt en boeiend verteld. Alleen: ik weet nu al dat het boek niet beklijft. Het daagt je niet uit, biedt geen palet emoties waar je vol van raakt en verrast je na 15 pagina's ook niet verder. Je wilt weten wie nu wél die vader is en daarom lees je verder; de rest is eigenlijk niet echt interessant. Ik kon dit boek natuurlijk niet ongelezen laten (zoveel lezen en dan deze bestseller negeren), en ik heb er ook geen spijt van. Maar na deze eenvoudige landwijn snel aan de rijpe bourgogne. Oef, dat lijkt op een opdracht...!

08 december 2005

Spaans Hondje

In drie dagen in de trein Een Spaans hondje van Rascha Peper gelezen. Het boek is een bewijs voor de vreemde en gelukkig zeldzame ervaring dat je een boek weliswaar geboeid en met gretigheid leest, maar het uiteindelijk niet geslaagd vond. Ik heb inmiddels het merendeel van de boeken van Peper gelezen, en dit is toch het minste. Er is een goede setting, er gebeurt vanalles en de spanning wordt ook goed opgevoerd, maar het einde blijkt teleurstellend en dan besef je dat alle informatie in het boek er niet toe deed (terwijl je daar wel vanuit ging). Want Peper suggereert een hoop (door de dood van de moeder, de dromen), maar die vallen niet echt op hun plaats. Eén van de broers (Victor) verdwijnt halverwege het boek, en zoals de achterplattekst vermeldt: 'Hij schept een raadsel waarop de achterblijvers ieder op hun eigen manier reageren.' Tja, als hij dan uiteindelijk wordt opgespoord, dan verwacht je op zijn minst een verklaring. Maar nee, men drinkt op een terras een goede fles wijn en dat is het dan. Peper is ook slordig: ze vertelt ergens dat broer Felix eens cd's brak met daarop en paar zeikerige Hongaarse dansen van Ravel. Brahms componeerde Hongaarse dansen, Dvorak Slavische dansen maar niet Ravel. Maar goed, da's een onvergeeflijk kleinigheidje.

05 december 2005

Het boekenschrift (2): het prille begin

Zoals eerder aangekondigd meer over mijn boekenschrift. Nog voordat ik het boekje van Felix Eijgenraam kocht en las, legde ik reeds aarzelend mijn leeservaringen vast. Dat deed ik op systeemkaartjes die ik in een speciaal daarvoor aangeschaft bakje bewaarde. Vraag me niet waarom ik niet meteen een schrift kocht. Geen idee.
Het eerste boek in mijn boekenschrift dateert van januari 1989. Het boekenschrift kocht ik op 9 januari 1991, nadat ik de dag ervoor het boekje van Felix Eijgenraam gekocht en gelezen had. Blijkbaar was ik er zo door geïnspireerd dat ik meteen de dag erna naar een kantoorboekhandel ging om dit schrift te kopen...


Daarin heb ik toen meteen het definitieve systeem voor de boekendagboeknotities vastgelegd; dat systeem hanteer ik tot op de dag van vandaag. Ik ben toen eerst alle boeken van die systeemkaartjes in het schrift gaan overschrijven, startend met januari 1989 (Hugo Claus: Vrijdag), waar slechts de opmerking verplicht voor lit. tentamen bij stond. Verder ? blz. en in de kolom bestemd voor de waardering eveneens een ?. Bij het tweede boek (Ivo Michiels: Het afscheid) dezelfde summiere aantekeningen, wél dat het boek 154 bladzijden besloeg. Met ingang van 1990 noteerde ik structureel het aantal pagina's van de gelezen boeken, zodat ik vanaf dat jaar een overzicht van het totaal aantal gelezen boeken en totaal aantal boekpagina's per jaar bezit. Later zal ik inzicht geven in de wijze waarop ik mijn boekenschrift heb opgebouwd. Alles stapje voor stapje! Voor de nieuwsgierigen wel een tip: via de link kun je op mijn persoonlijke website komen, waar je per jaar gerangschikt alle gelezen boeken sinds 1989 aantreft. Inderdaad: deze leeslog heeft een voorloper...

Mijn boekenkast wordt goed bewaakt!


(klik op de foto voor uitvergroting)

04 december 2005

Jeroen Brouwers Feuilletons 7

Vandaag Jeroen Brouwers' De schemer daalt. Slenteren door mijn boekenkast uitgelezen, het zevende deel van zijn éénmanstijdschrift Feuilletons. Ik kocht het boek al in mei, maar pas dezer dagen nam ik het ter hand. Het is het achtste boek van Brouwers dat ik dit jaar las, en wederom een bewijs van Brouwers' essayistische meesterschap en eruditie. De Feuilletons behoren tot de parels in mijn boekenkast; ieder deel gaf me intens leesgenot. Zo ook bij dit deel, dat vooral een aantal Vlaamse schrijvers tot onderwerp heeft. Brouwers schrijft over enkele volledig vergeten auteurs (Maria Messens, Frans Buyle) of literaire figuren (Freddy de Vree) en doet dat met zulk een toewijding en genegenheid voor zijn onderwerp, dat je niet begrijpt dat deze figuren ooit vergeten zijn. Bovendien: wie denkt dat Brouwers in zijn essays alleen maar kan schelden, moet dit boek lezen. Ontroerend zijn de twee laatste stukken Autobiografische suite en Heimwee waarin Brouwers de lezer een kijkje in zijn getergde ziel gunt. Nogmaals: wie helpt me aan dat onvindbare Feuilletons-deel Alles is iets? Ik heb nog lang niet alles van Brouwers gelezen, ook al verslond ik de afgelopen jaren al ruim 20 boeken van hem. Brouwers is onmiskenbaar één van de beste Nederlandse schrijvers!
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.