27 juni 2022

Fax1

Ruim twee jaar geleden las ik het uiterst verrukkelijke Moord op de moestuin van Nicolien Mizee (zie hier de weblog), en aldus de belangstelling in deze apart denkende schrijfster gewekt (Hij: Ik wil een terreinwagen. Zij: Maar we hebben geen terrein.) ging ik op zoek naar meer van haar. Er waren inmiddels enkele delen Faxen aan Ger verschenen en ook lovend besproken, dus ik kocht het eerste deel De kennismaking. Al na twintig pagina's was ik het spoor volledig bijster en legde ik het boek teleurgesteld weg. Onlangs facetimede ik met een dierbare vriendin die naast het opvoeden van drie kinderen en een drukke baan meer tijd aan het lezen van boeken besteedt dan ik, en we kwamen over dit eerste deel Faxen aan Ger te spreken. Soms moet je gewoon naar goede vriendinnen luisteren, dus pakte ik het boek uit de kast, begon opnieuw erin te lezen en raakte ik vervolgens een beetje verslaafd aan dit gekke boek. Want: welke schrijver komt er in 2017 op om een soort-van brievenboek te schrijven met faxen gericht aan een niet-antwoordend persoon, gedateerd tussen 1994 en 1997? Wie onder de veertig jaar oud weet überhaupt wat een fax is en hoe dat ding werkte? Het is typisch Nicolien Mizee: volledig andersdenkend (niet: tegendraads of out-of-the-box), maar gewoon redenerend op een andere golflengte. En dat maakt deze faxen zo enorm boeiend. De ik-figuur (genaamd Nicolien Mizee) is in alles anders, poseert naakt voor amateur-kunstschilders, schaaft eindeloos aan een filmscript, doet aan lesbisch stijldansen met een ex, en probeert afgekeurd te worden (want ze vindt zichzelf volledig ongeschikt om ergens te werken). Ze psychologiseert er soms iets te diepgravend op door, maar opeens beland je in situaties of volzinnen die je vol verrukking leest. Zoals deze (over een vriend van haar): Ook Evert is namelijk op zoek naar het allesomvattend geweldig ongelofelijke, maar hij zoekt het niet bij de messenjongens maar in het paranormale. Hij praat vol ontzag over vorige levens, over 'boodschappen van boven', over die 'vreemde liefde voor Spanje die hij heeft, waardoor hij vóelt dat Spanje iets bijzonders voor hem in petto heeft...' over zijn eeuwige verlangen zichzelf nou eens echt hélemaal in iets te verliezen... en dan duwt hij me weer een of ander door een zekere Sjaloem Sjaloom geschreven boekwerk in de hand dat De zeven chakra's van het succes heet, of Het Tiende Inzicht en van welks achterflap een gemene misdadiger met een Armanipak en een tulband ons allergriezeligst toegrijnst. Zulke zinnen maken boeken lezen tot het verrukkelijkste wat je kan doen.

12 juni 2022

Helft

Ruim een jaar na het eerste deel (zie hier de weblog) las ik nu het tweede deel van Kroniek van een karakter Deel 2 - 1982-1986 - de oude Faust van Jeroen Brouwers. Kort nadat ik dit tweede deel uitlas overleed Brouwers, 82 jaar oud. Voor mij was Brouwers onbetwist de grootste levende Nederlandstalige schrijver en het overgrote deel van zijn boeken staan bij mij in de kast, en ik ga er de komende jaren stellig het nodige van herlezen. Brouwers is bepaald niet jong gestorven, terwijl hij in de brieven in dit tweede deel van Kroniek van een karakter, geschreven toen hij begin veertig was, er herhaaldelijk op zinspeelt dat hij al met een been in het graf staat. Tijdens deze jaren is Brouwers vader van een jong dochtertje, is zijn huwelijk stabiel, schrijft hij onder andere De laatste deur (het boek over zelfmoord in de literatuur), een soort-van biografie van Hélène Swarth, de roman Winterlicht, en deze brieven (en vast veel meer). Voor wie over de ontstaanswijze van deze titels wil lezen, zijn deze brieven een rijke bron. Maar ook over alledaagse zaken schrijft Brouwers meesterlijk, zoals over het contact met de werklui tijdens de verbouwing van zijn huis. Evenals bij de bespreking van het eerste deel heeft citeren geen zin; ik zou dan het hele boek moeten overtypen. Maar wie deze brievenbundels nog niet kent, moet ze stellig gaan lezen. Er moeten nog vele honderden, misschien wel duizenden brieven van Brouwers zijn  - de twee bundels Kroniek van een karakter beslaan slechts tien jaar van zijn leven. Het is zowat een artistieke misdaad die ongepubliceerd te laten.

04 juni 2022

Toeslag

Hier in Portugal ben ik nog niet in een hogere leesversnelling geraakt, ik lees eerder minder dan toen ik nog in Amsterdam woonde, maar die hogere versnelling gaat zeker wel komen. Er liggen vier gelezen boeken te wachten op bespreking, terwijl ik de eerste daarvan al eind maart/begin april las. In Zo hadden we het niet bedoeld. De tragedie achter de toeslagenaffaire analyseert Correspondent-journalist Jesse Frederik hoe het zo uit de hand kon lopen met hoe de overheid onschuldige burgers als criminelen ging beschouwen. Die affaire is tot op de dag van vandaag nog steeds niet opgelost, maar dit boek is een prima eerste analyse van de oorzaken. Sinds zo ongeveer drie jaar geleden de toeslagenaffaire een daadwerkelijke affaire werd, ligt de zwarte piet vooral bij de ambtelijke molens van de belastingdienst en het ministerie van Financiën. Degenen die die zwarte pieten uitdelen, de politici (van met name oppositiepartijen) en de media vergeten daarbij de eigen, minstens zo dubieuze rol. Frederik geeft enkele ontluisterende voorbeelden van journalisten en politici die binnen enkele jaren hun mening volledig omkeerden, en zich nu de ellende van de gedupeerden toe-eigenen, terwijl ze indertijd mede voor een keiharde behandeling van overtreders pleitten. Inclusief Pieter Omtzigt. Frederik is naar mijn mening soms een iets te rechtlijnige analist, maar zijn research is uiterst bewonderenswaardig. En bij journalisten helaas steeds zeldzamer. Ik beluister af en toe zijn podcast (met Rutger Bregman) en sta steeds weer versteld waar hij de tijd vandaan haalt om al die informatie tot zich te nemen en te gebruiken in zijn analyses. Dit boek is daar een sterk staaltje van. Erg knap.

Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.