25 januari 2010

RFSS

Wanneer je Heinrich Himmler. Hitlers belangrijkste handlanger van Peter Longerich uit hebt, kun je niet anders dan concluderen dat zonder Himmler de Holocaust in al zijn facetten stellig (veel) minder omvangrijk zou zijn geweest. De ondertitel doet vermoeden dat Himmler slechts uitvoerde wat Hitler beval, maar dat is een verkeerde conclusie. Hitler was bepaald geen tegenstander van de moord op de Joden, maar de meeste stappen in de ontwikkeling van de aanvankelijk geïmproviseerde naar de latere systematische moord kwamen uit de koker van Himmler, die zijn ideeën wel steeds wijselijk liet goedkeuren door zijn hoogste baas. Deze lijvige biografie is meer dan alleen een levensverhaal. In sommige stukken lijkt Himmler zelfs de grote afwezige: het boek beschrijft gedetailleerd de opkomst en organisatie van de SS, de uitvoering en impact van de vele verordeningen binnen en buiten die permanent veranderende organisatie en het onthutsende geschuif met grote groepen mensen door het Duitse rijk en de door Duitsland bezette gebieden. Himmler wist tot vlak voor het einde van de oorlog steeds meer macht naar zich toe te trekken; op een gegeven moment moest hij bepaalde taken weer afstaan omdat het ook Hitler opviel dat Himmler wel erg veel verantwoordelijkheden had. Een bedreiging voor Hitler is Himmler echter nooit geweest; zijn geloof in en trouw aan de Führer waren boven iedere twijfel verheven. Ofschoon de conclusie niet met zoveel woorden wordt getrokken – haast integendeel zelfs – lijkt het gedrag van Himmler het product van onverwerkte frustraties, obsessies en geldingsdrang. Opmerkelijk is zijn houding tot homoseksualiteit: in de jaren twintig was zijn belangrijkste voorbeeld en mentor niet Hitler, maar Röhm, de homoseksuele baas van de SA met wie in 1934 koelbloedig werd afgerekend. Dat gevoegd bij Himmlers moeizame en pas laat tot stand gekomen relaties tot vrouwen doet vermoeden dat zijn homofobie en de daaruit ontstane harde opstelling over homoseksualiteit binnen en buiten de SS (de broederschap moest niet te ver gaan) een psychische oorzaak hadden. Ook Himmlers over-harde opstelling tegen Joden, communisten, afvalligen of welke andere (in zijn ogen) tegenstanders van de eigen rechtvaardige leer en te voeren strijd dan ook, is misschien terug te voeren op vroegere onverwerkte frustraties en obsessies. Bewijzen voor die verbanden heeft Longerich niet, en speculatie daarover zou zijn biografie minder overtuigend maken. Maar als lezer probeer je toch verder te denken over wat je allemaal voorgeschotend krijgt. Het is een complete, soms haast over-complete biografie. Voor wie geïnteresseerd is in de Tweede Wereldoorlog een aanwinst. Het boek telt bijna 1000 pagina’s, waarvan driekwart verhaal en de rest noten en bibliografie. Tja, laat de Gründlichkeit maar aan een Duitser over…
Himmler blijft een mysterie; een man die bevelen gaf waarmee miljoenen mensen nodeloos de dood werden ingejaagd, valt immers nooit te begrijpen. Mysteries boeien, hoe gruwelijk ze ook in wezen ook zijn. Ik ben na het uitlezen van dit boek meteen in het in romanvorm gegoten verhaal van een van Himmlers (fictieve) ondergeschikten begonnen; dat leek me een logisch vervolg om het mysterie verder te ontrafelen. Wanneer die evenzeer ruim 900 bladzijden gelezen zijn, volgt hier uiteraard de bespreking.

22 januari 2010

Jeugdherinneringen

Vorig jaar las ik de beide privé-domeindelen van Jean-Paul Franssens en zijn briefwisseling met A.F.Th. van der Heiden. Nu zijn autobiografische roman uit 1991 Een gouden kind. Het is een bijzonder sfeervolle roman, waarin drie thema's centraal staan: herinneringen aan zijn eigenzinnige, strenge moeder, de schaamte voor zijn vader die tijdens de oorlog 'fout' was, en de hersenoperatie die hij op vijftienjarige leeftijd ondergaat. Deze drie thema's worden zowel afzonderlijk als geïntegreerd beschreven, in overwegend korte zinnen. Dat maakt de vertelling relatief luchtig, maar met indringend effect. De luchtigheid wordt versterkt door de vele uitspraken 'uit het even gegrepen' door familieleden, buren en vrienden. Geen ultiem meesterwerk, maar wel een fraaie roman van een (bijna) vergeten schrijver.

20 januari 2010

Vriendschap

Bij uitgeverij Van Oorschot verschenen al eerder fraaie brievenboeken met oprichter Geert van Oorschot als schrijvend personage. Zijn correspondentie met Gerard Reve is natuurlijk geweldig, maar de in het najaar verschenen Briefwisseling 1951-1987 tussen dichteres M. Vasalis en Geert van Oorschot blijkt een waar hoogtepunt, en één van de mooiste brievenboeken die ik ooit las. In de eerste helft van dit boek vliegen de jaren voorbij, en zijn het vooral de integere dichteres en de uitdagende uitgever die naar elkaar schrijven, in een groeiende mate van vertrouwdheid en warmte. De tweede helft van dit boek beslaan de jaren 1985-1987, tot twee uur voor de aangekondigde dood van Van Oorschot. Deze helft en deze brieven zijn ronduit prachtig en ontroerend en laten een breekbare Van Oorschot zien die door de even oude Vasalis bij de les gehouden wordt. In deze periode schrijft Van Oorschot zijn mooiste brieven, en laat hij zich van zijn innemendste kant zien. Zijn beschrijvingen over zijn tuin zijn werkelijk bijzonder fraai; hier schrijft een groot schilder in woorden, aangemoedigd en geïnspireerd door een zelfbewuste en evenwichtige vrouw. Twee grote geesten die af en toe elkaar een brief schrijven - het recept voor een groots boek!

03 januari 2010

Oude grieken

Bij mijn favoriete (knusse en grappige) boekhandel zag ik een poosje terug een uitgave van Athenaeum-Polak & Van Gennep met twee stukken van Sofokles: Elektra en Filoktetes. De prijs (€ 14,63) deed vermoeden dat het al sinds de guldentijd daar in de kast stond. Ik ken Elektra van de opera van Richard Strauss; ik hoorde het stuk afgelopen zomer in een weiland in Friesland (zie hier de weblog daarvan), en later deze maand ga ik naar Brussel om het stuk weer te horen. Een goede aanleiding om het oorspronkelijke toneelwerk eens te lezen. Sofokles schreef ruim honderd stukken, waarvan er slechts zeven bewaard bleven, waaronder Elektra (ca 415 v.C.) en Filoktetes (409 v.C). Het laatstgenoemde stuk handelt om de wens van Odysseus om de boog van Herakles uit handen van Filoktetes te krijgen; in Elektra staat de wraak op de moord van Agamemnon centraal, uit te voeren door Orestes, de broer van Elektra. Dat eindigt (onbedoeld?) grappig. Nadat Klytaimnestra heeft moeten boeten, is Aigisthos aan de beurt:

Orestes: ... Loop naar de plaats waar je mijn vader hebt gedood, daar zul je zelf ook sterven.
(...)
Aigisthos: Ga voor.
Orestes: Jij eerst.
Aigisthos: Bang dat ik je ontloop?
Orestes: Nee, dat je een dood krijgt naar je zin. Ik moet zorgen dat je einde pijnlijk is.

Nee meneer, gaat u voor! Na u, opdat ik u pijnlijk aan uw einde kan helpen....

2009: de balans

Zo, de indexen bijgewerkt en de balans opgemaakt. 2009 was een gemiddeld leesjaar met 45 boeken en 14840 bladzijden. Zie hier hoe deze getallen zich tot eerdere jaren verhouden. Inmiddels in het nieuwe jaar in drie nieuwe boeken begonnen, dus blijf deze weblog volgen!
Een gezond en schoongeletterd 2010!
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.