31 januari 2024

Cirkel

Ik besloot al vroeg op de middelbare school dat ik leraar Nederlands wilde worden. In schooljaar 1983-1984 zat ik in de eindexamenklas van het Atheneum en in oktober hielden de universiteiten hun open dagen voor de aankomende eerstejaars. Met mijn vader bezocht ik op twee zaterdagen de open dag in Utrecht en Leiden. Utrecht was een rommelige toestand, en in Leiden was alles strak georganiseerd. Er was ook een 'voorbeeld-hoorcollege', in de grootste collegezaal van het collegezalengebouw net buiten de stad. En dat werd nota bene gegeven door een hoogleraar van mijn studie Nederlands; het had net zo goed door een hoogleraar Natuurkunde, Arabisch of Rechten gegeven kunnen worden. En daar beneden stond hij: Frits van Oostrom, hoogleraar Middelnederlandse letterkunde, 30 jaar oud, en hij hield een uur lang de honderden aanwezigen (middelbare scholieren en hun ouders) ademloos gevangen in een boeiend verhaal getiteld 'Reynaert de Vos door de eeuwen heen'. Na afloop was er geen twijfel mogelijk: ik zou in Leiden gaan studeren. Het werden vijf prachtige jaren. Inderdaad: je studiejaren behoren tot de mooiste tijd van je leven. Van Van Oostrom kreeg ik met name in het eerste jaar nog vele hoorcolleges, ook al koos ik later een andere richting dan de Middelnederlandse letterkunde. Hij zat bij mijn afstuderen - in het Academiegebouw aan het Rapenburg - wel de eindexamencommissie voor. Van Oostrom ging kort geleden met emeritaat (hij is nu 70), en als soort van afscheid publiceerde hij een boek over het onderwerp waar hij zijn hele carrière gefascineerd door was: De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk. Het is een prachtig boek waarin Van Oostrom alle facetten van de Reynaert belicht: de vele versies (het door Willem ergens halverwege de dertiende eeuw geschreven manuscript is vooralsnog onvindbaar, maar wel in varianten overgeleverd), de belangrijkste tekstbezorgers ervan, de context, een gedetailleerde analyse van verhaal en tekst, enzovoort. En bovendien een eigen nieuwe teksteditie. Van Oostrom schrijft prachtig, de eruditie spat van de pagina's, en toch ook is dit geen gemakkelijk boek om te lezen. Maar waarom zou het dat moeten zijn? Een boek om aandachtig en zonder haast te lezen. Je wordt als lezer getrakteerd op oneindig veel moois.

18 januari 2024

Succes

Ik had nog niet eerder van Mano Bouzamour gehoord, maar kreeg een poosje terug zijn tweede roman Bestsellerboy uit 2018 cadeau. Het leest als een trein en is zeer boeiend. Bouzamour, geboren in 1991, groeit op in de Amsterdamse Pijp, en is enerzijds een straatmarokkaan, anderzijds gaat hij naar het gymnasium en interesseert hij zich voor literatuur. In 2013 verschijnt zijn debuutroman De belofte van Pisa, en dat wordt een enorm succes. Dat boek heb ik volledig gemist, maar deze tweede roman gaat over het voltooien en verschijnen van dat debuut, en het enorme succes daarvan. Er is ook een keerzijde: door die debuutroman wordt hij door zijn conservatieve ouders op straat gezet en verstoten door zijn Marokkaanse straatvrienden. Bouzamour beschrijft alles met grote vaart en het is tegelijkertijd een heel originele roman: ik ken geen andere roman waarin over zo'n droomdebuut wordt geschreven. Liefhebbers van het uitgeefwereldje (zoals ik) smullen van de passages waarin de ik-figuur contact heeft met Mai Spijkers, zijn uitgever. Bouzamour beheerst het vak: zowel de naam van de auteur (de ik-persoon) als de titel van dat debuut zijn anders dan in werkelijkheid. Je mag zo'n roman dus nooit als volledig autobiografisch cq waargebeurd lezen. Dat debuut heb ik onlangs laten overkomen uit Nederland en ga ik spoedig ook lezen.

06 januari 2024

Hernieuwd

Ik las ooit al een aantal boeken van Adriaan van Dis, maar de laatste keer, en enige in deze leeslog besproken, in 2008, was Indische duinen (zie hier de weblog). Afgelopen zomer verscheen een nieuwe roman van hem en ik liet dat door vrienden uit Nederland meenemen. naar zachtheid en een warm omhelzen (zonder hoofdletters) is een mooi, poëtisch verhaal over een jongen die vlak na de oorlog een tijdje bij zijn grootvader gaat wonen, die een huishoudster 'voor dag en nacht' heeft: Ommie. In haar vindt de jongen (Adriaan) iemand met wie hij voor het eerst nauwe verbondenheid voelt. Het is een intieme,  kleingehouden, ik zou haast zeggen impressionistische roman, een verzameling indrukken die samen meer zijn dan de som der delen. Goed gedaan, dus ik wilde meteen meer. Er stonden meer bezoeken op het programma, dus werd Vijf vrolijke verhalen meegebracht, een bundel verhalen uit 2021. Je moet meteen denken aan Tien vrolijke verhalen van Gerard Reve, en voor zover ik me daarvan iets herinner is er wel enige verwantschap: niks om te lachen, maar ook lichtvoetig, geraffineerd, fraai verhalend. Van Dis plakt je niet keihard achter het behang, maar doet je wel doordenken lang nadat je de laatste pagina gelezen hebt. 

Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.