26 januari 2006

Sonny Boy

Vorige week vrijdag stond er een wat vaag artikel in NRC Handelsblad over de opkomst van de zogenaamde literaire non-fictie: een waar gebeurd verhaal naverteld op literair niveau. Over die term kun je discussiëren, maar Sonny Boy van Annejet van der Zijl, dat ik net de dag voor het verschijnen van het artikel uitlas, kan tot die groep boeken gerekend worden. Ik vond het een prachtig boek. Van der Zijl vertelt een verhaal waarmee ze aantoont dat de werkelijkheid onvoorspelbaarder en spannender is dan wat aan de verbeelding ontspruit. Juist die werkelijkheidsbeleving maakt het boek ontroerend, in de hand gewerkt door de journalistieke toon van de schrijfster. Dat is wat ik me ook van haar Annie MG Schmidt-biografie herinner: goed, zakelijk geschreven, zonder overdreven feitendrang. Knap!

22 januari 2006

Jacques Kersten

Van 1977 tot 1982 zat ik op de Havo, op het Bernardinuscollege in Heerlen. In de vierde en vijfde klas werd de basis gelegd van wat nu voor mij twee primaire levensbehoeften zijn. Twee leraren stookten in mij een vuurtje op dat tot op de dag van vandaag niet is gedoofd. Muziekleraar Van Vliet leerde me de klassieke muziek kennen. Ik ben hem eeuwig dankbaar voor wat hij me leerde en hoe hij dat deed; en dat was meer dan alleen kennis over mooie muziek. Op dezelfde begane grond van de 'berenkuil' van dat college was het lokaal van die andere gigant: mijn leraar Nederlands Jacques Kersten. In 1982 (mijn eindexamenjaar) werd deze foto van hem genomen:



Hij was toen nog geen 35 jaar oud. Afgelopen juni hoorde ik van een vriendin dat Jacques Kersten in april 1991 was overleden; hij is 43 jaar oud geworden. Die vriendin vertelde dat een jaar na zijn dood een boek ter nagedachtenis van Jacques Kersten was verschenen en leende mij haar exemplaar uit; ze is familie van Kerstens ex-vrouw. Ik lees zelden of nooit geleende boeken (ik ben een materialist als het om boeken gaat) en wist via Antiqbook een exemplaar van Als ik dan ga, Documentatie Jacques Kersten te bemachtigen. Ik las het vorige week.


Het boek is een bijzonder geslaagd eerbetoon aan Jacques Kersten. Zonder overdreven ontzag worden de kwaliteiten en mindere eigenschappen blootgelegd. Kersten was uiteindelijk slechts 13 jaar leraar Nederlands aan het Bernardinuscollege te Heerlen; vanaf 1983 was hij afgekeurd. Hij schreef studies over vooral de Vlaamse schrijvers Lampo, Ruyslinck en Raes, kritieken in Limburgse en Vlaamse periodieken, organiseerde lezingen over en met schrijvers, en stond in het doel van een amateur voetbalploeg.

In zijn klaslokaal hingen grote foto's van allerlei schrijvers; ik kende er geen. Hij ging ze stuk voor stuk langs, en zei: 'Dit is nu een gezicht.' Uiteindelijk kwam hij bij de foto van Kloos. 'En dit is nu een gelaat.' Vervolgens droeg hij in een doodstille klas enkele van Kloos' beste sonnetten voor - de exemplaren van bundels met Kloos' gedichten van alle bibliotheken in (de omtrek van) Heerlen waren daarna weken uitgeleend. Kerstens lessen waren even onvoorspelbaar als geïnspireerd. Er hing een bijzondere sfeer van de hogere kunst in het lokaal. Om ons aan het lezen te krijgen nam hij ons al tijdens één van de eerste lessen in Havo-4 mee naar de schoolbibliotheek en pakte daar voor iedere leerling een boek uit de kast. Mij gaf hij Het fregatschip Johanna Maria van Arthur van Schendel; ik vond (en vind) het prachtig. Kersten organiseerde in het voorjaar van 1981 de schoolreis naar Berlijn en leidde ons naar vele musea, en via Checkpoint Charlie ook een dag naar Oost-Berlijn. Hij organiseerde een schoolavond waar Harry G.M. Prick over Van Deyssel kwam praten; we hebben erg gelachen om zijn humorvolle verhaal. Voor een scriptie mocht ik van Kersten eens bij hem thuis komen opdat ik in zijn archief naar bruikbare artikelen kon zoeken.

In het boek wordt verteld dat een ongewoon hoog aantal leerlingen van Kersten Nederlands is gaan studeren. Zo ook ik. Daardoor ben ik uiteindelijk in het uitgeversvak terechtgekomen en is het lezen, verzamelen en uitgeven van boeken een ware passie. Ik heb meer aan Jacques Kersten te danken dan ik eigenlijk kan beseffen.

18 januari 2006

Langzame man

Mij ontbreekt de tijd om hier mijn gelezen boeken bij te houden: ik lig drie boeken achter. Ik doe mijn best...!

Vorige week Langzame man van Coetzee gelezen. Ik kreeg het van vriendin J. cadeau. Ruim een jaar geleden las ik mijn eerste Coetzee-boek (In ongenade) en vond dat geen onverdeeld succes, ofschoon het boek zeker eigenzinnig geschreven was. Ook dit boek heeft iets bonkigs; de hoofdpersonen hebben - tegen wil en dank, zo lijkt het - een wat dwarse persoonlijkheid, maar over het algemeen is dit een lichtere roman dan In ongenade. De intrede in het verhaal van Elisabeth Costello plaatste me aanvankelijk voor een raadsel, maar uiteindelijk werd me de functie wel duidelijk. Coetzee pelt de menselijke interactie en zijn invloed op stemmingen helemaal af; boeiend!

07 januari 2006

Walgvogel

Tijdens de eerste werkweek van 2006 in de trein De Walgvogel van Jan Wolkers gelezen. Ik werd er niet helemaal door gegrepen. Het is een soort mengeling van stoere Jan Cremer-achtige gebeurtenissen met een verslag van een dramatisch eindigende liefde. Verteld in een stijl die evenzeer vanalles in zich heeft: woede, humor, mislukte grapjes enzovoort. De zinnen lopen niet altijd even fraai bovendien. En toch heb ik het voor het grootste deel geboeid gelezen. Het boek geeft een eigenzinnige kijk op de oorlog en de acties in Indië. Het zal niet het hoogtepunt van 2006 worden, maar zeker ook geen dieptepunt.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.