30 maart 2008

Koning van het verhaal

Ooit heb ik mezelf opgedragen om ieder jaar minstens één deel uit de Russische Bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot te lezen. Tot nu toe las ik dertien van die prachtige gebonden dundrukuitgaven; in 1990 begonnen met Oblomov van Gonstjarow. Nu de veertiende: de Verzamelde Werken deel 2 van Anton Tsjechov. Van Oorschot brengt de vijf delen met verhalen in een nieuwe, meer eigentijdse vertaling uit, en drie jaar geleden las ik het eerste deel van die nieuwe reeks. Nu dus het vervolg met 84 relatief vroege verhalen die Tsjechov schreef van mei 1885 tot december 1886. De variatie in deze verhalen is enorm. Tsjechov schiep 84 verschillende werelden, in dikwijls minder dan 8 pagina's, en schetste zo een fraaie dwarsdoorsnede van de Russische maatschappij. Allerlei figuren passeren de revue: landlopers, kunstenaars, luitenants, doktoren, kinderen, eenzame geliefden enzovoort. Tsjechov was geen schrijver van happy endings; droevigheid of melancholie overheersen. Het schijnt dat de latere verhalen nog beter en rijker zijn; ik moet maar snel verder met de reeds verschenen delen drie en vier!

Thriller

Af en toe ook eens een thriller; ik lees ze niet veel, maar wanneer je eenmaal in het verhaal zit kom je er ook niet meer van los. Dat vind ik wel vaak het lastigste van thrillers: er zijn dikwijls tientallen pagina's nodig om iets neer te zetten, de spanning op te bouwen, en omdat je als lezer denkt dat alles ertoe kan doen om de kwestie op te lossen, wil je alles onthouden. Die eerste tientallen bladzijden zijn vaak wat eendimensionaal, om het geheel vlot te trekken. In (goede) literaire romans heeft de opbouw al genoeg in zich. Maar goed, de thrillers van Val McDermid zijn steevast goed opgebouwd en boeiend. De terechtstelling gaat over de verdwijning van een dertienjarig meisje en de ontmaskering van de dader, en de reportage die een journaliste er 35 jaar later van maakt. Uitermate fraai opgezet en een verrassende ontknoping, zoals het een goede thriller betaamt.

Muziekroman

Op het strand onder de parasol las ik in twee dagen de muziekroman Verwante stemmen van Vikram Seth. Het verhaal combineert liefde en muziek met elkaar. De hoofdpersoon, tweede violist in een professioneel strijkkwartet, komt maar niet los van zijn oude geliefde. Nadat hij haar na vele jaren toevallig tegen het lijf loopt, het kwartet een tournee naar Wenen maakt en zelfs uitgenodigd wordt om een cd-opname te maken, raakt het verhaal in een stroomversnelling. Seth heeft naast een warmbloedig liefdesverhaal vooral ook een goed en interessant muziekboek geschreven. De verhouding tussen de kwartetleden onderling is even intens als in een liefdesrelatie, en daarnaast hebben al die musici ook nog een speciale verhouding met de muziek die ze spelen, en met hun instrument. Op al die aspecten gebeurt er vanalles in deze roman. Dat het verhaal desondanks een coherent geheel is en bovendien boeit van begin tot einde, maakt dit een uiterst geslaagde roman!

24 maart 2008

Bakker

JC raadde me aan om de twee boeken van Gerbrand Bakker te lezen. Volgens haar een nieuwe ster aan het Nederlandse literatuurfirmament. Vlak voor mijn weekje zonvakantie griste ik beide boeken van het schap; ik las ze binnen 24 uur op het strand en in bed.
Boven is het stil geldt als zijn debuut, maar dat is het niet echt (zie hieronder). Wel kan het als zijn eerste grote roman gelden. Het is een prachtig boek vol verstilde omgeving en emotie en ongemakkelijke communicatie. Deze boerenroman ontdoet het boerenleven van die misplaatste boerenromantiek, waardoor het televisieprogramma Boer zoekt vrouw zo populair is. Deze roman is een schoolvoorbeeld van het verhaal waar de lezer alle ruimte krijgt om zelf invulling te geven aan wat er precies aan de hand is. Dat zowel M, die ook dit boek las, als ik tot deze zelfde conclusie kwamen zegt dan genoeg. Bovendien kwamen we tot dezelfde invulling. Boven is het stil is danook vrij ééndimensionaal, maar wel erg fraai geschreven en sowieso eigenzinnig. Voldoende om een goed boek te laten zijn.
Perenbomen bloeien wit verscheen weliswaar ná Boven is het stil, maar het is een bewerking van een (jeugd)roman die al eerder bij een andere uitgeverij verscheen. Het is een kort en krachtig verhaal, geschreven vanuit het gezichtspunt van een tweeling, hun broertje en hun hond. Dat levert soms wat minder zuivere stilistische vormen op maar het is een aandoenlijk verhaal geschreven in eenzelfde sobere stijl. Wanneer Gerbrand Bakker een nieuwe roman laat verschijnen, dan ga ik die zeker kopen en lezen.

22 maart 2008

Joop den Uyl

Over de eerste helft van Joop den Uyl 1919-1987, Dromer en doordouwer deed ik ruim twee weken; de andere helft binnen tien uur tussen de vliegvelden van Amsterdam en Curacao. De biografie van Anet Bleich over deze meestbesproken minister-president van na de oorlog is een goed leesbaar en boeiend boek. De ruime aandacht die Bleich aan Den Uyls volwassenwording, studie, en transformatie tijdens de oorlog besteedt vormt een noodzakelijke basis om zijn politiek als minister-president te begrijpen. Den Uyl was een bezeten werker, hij had de overtuiging dat hij het allemaal móest doen: directeur van de Wiardi Beckmanstichting, wethouder van Amsterdam, minister van Economische Zaken, minister-president, daarna gewoon weer fractievoorzitter, minister van Sociale zaken. Hij was de laatste minister-president die daarna gewoon weer fractievoorzitter en oppositieleider werd, hoe vanzelfsprekend (en uniek...). Wat Bleich niet helemaal weet duidelijk te maken is waaruit deze verplichte werklust vandaan kwam. Dat is sowieso het minder geslaagde aspect van deze biografie: de mens Den Uyl achter de functionaris Den Uyl. Af en toe komt dat aspect zeker ter sprake, maar steeds in relatie tot of verklaring van een ander aspect dat met de functionaris te maken had. En juist de psyche van den Uyl vormde de kern van zijn successen, nederlagen en mislukkingen. Onlosmakelijk met (het imago van) zijn minister-presidentschap zijn de jaren daarna, waarin hij recht meende te hebben op een tweede termijn, maar die niet voor elkaar kreeg. Zijn bedorven relatie met Van Agt en andere kopstukken uit het net opgerichte CDA speelde hierbij een centrale rol. En Den Uyl was zelf zwaar schuldig aan het bederven van die relatie, zonder dat hij het bewust deed, of zelfs doorhad. En ondertussen wel het koningshuis redden en twee treinkapingen oplossen! Dat vraagt om een gedetailleerde analyse van 'de mens Den Uyl', en dat ontbreekt hier. Desondanks een fraaie prestatie dit boek; Bleich heeft ontzettend veel onderzoek gedaan. Twee aardige feiten uit het boek tot slot. Allereerst de Lockheed-affaire. Bij het verschijnen van dit boek werd in de pers vooral de nadruk gelegd op het feit dat Den Uyl het bewijs voor een tweede ontvangst van steekpenningen door prins Berhard had achtergehouden. Inderdaad: als dat bewijs openbaar gemaakt zou zijn, zou Nederland hoogstwaarschijnlijk geen monarchie meer zijn. Niet omdat Juliana dan had moeten aftreden, maar omdat Beatrix weigerde haar moeder op te volgen als die hierdoor had moeten aftreden. Aan Den Uyl te danken dat Beatrix nu dus gewoon koningin is (ja, dat vind ik allemaal uitstekend), maar het zegt ook iets over Beatrix, lijkt me. Tweede feit: er werd door sommige ministers van het kabinet den Uyl flink gezopen. Eens werd bij de minister van Financiën Duisenberg thuis 's nachts om vier uur aangebeld. De minister van defensie Vredeling stond flink aangeschoten voor de deur. En die vroeg: 'Is de bar nog open?' Ach ja, zulke excellenties worden tegenwoordig niet meer aangenomen.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.