19 augustus 2010

?

Dit meenemertje uit de boekhandel bleek een eigenaardig en aantrekkelijk boek. De vragende vorm van Padget Powell bestaat slechts uit vragen. Iedere zin is in de vragende vorm, er zit geen verhaal in. Je wordt als lezer permanent uitgedaagd, ook heeft het lezen van alleen maar vragen iets hallucinerends; sommige vragen zijn grappig, sommige bizar en onzinnig en te Amerikaans, maar sommige zeer confronterend. Ik had bij het lezen van deze 170 bladzijden vol vragen een potloodje bij de hand om opmerkelijke vragen aan te kruisen. Ik geef er een aantal, dan heb je een indruk van het boek, ook al heb ik vooral de meest aardige of denkwaardige aangetekend, maar goed: Zou je willen dat je had begrepen wat je niet hebt begrepen in elke situatie van onbegrip op elk gebied en op elk moment van je leven? Beschouw je leven volgens vaste patronen als bevrijdend of beperkend? Heb je ooit gedacht dat je in zekere mate gestoord was? Wat is het leukste wat je op dit moment zou kunnen doen? Is begrijpelijkheid te danken aan de intelligentie van de spreker, van de toehoorder of van beiden? Zitten er hiaten in je karakter? Hoeveel schroevendraaiers denk je dat nodig zijn voor bekwaam en normaal onderhoud in huis? Heb je verstrekkende plannen voor zelfontplooiing of heb je het vrijwel opgegeven op dat gebied? Is het hele leven onbenullig, of is het grotendeels onbenullig met kortstondige pieken van benulligheid, of is het een spectrum van onbenulligheid tot benulligheid waarin mensen verschillende posities innemen, en zijn die posities op dat spectrum van onbenulligheid vast of variabel? Wat ik bedoelde was: kun je net als de schuif van een trombone omhoog- en omlaagglijden over het spectrum van onbenulligheid tot benulligheid of toeter je de godganse dag dezelfde domme of minder domme toon?

05 augustus 2010

Moorden en eten

Het diner van Herman Koch bleek een enorme bestseller, lange tijd slechts als dure hardcover verkrijgbaar; nog voordat ik de onlangs goedkope 'midprice' kon kopen kreeg ik het cadeau. Ik las het in enkele dagen uit. Een heuse pageturner, maar geen boek dat bevredigt. Er klopt heel veel niet in dit boek. Geen enkel restaurant dat champagne van het huis aanbiedt, gerechten als 'lamszwezerik gemarineerd in Sardijnse olie met rucola' serveert en een gerant in dienst heeft die dergelijke gerechten met zijn pink uitlegt, zal als dessert dame blanche op de kaart hebben staan. Alleen wie nooit in de duurdere restaurants komt maar er wel een beeld bij denkt te hebben, gelooft dat Koch een rake karikatuur hiervan geeft. Het perspectief is evenzeer matig: de ik-figuur is aanvankelijk slechts een verteller, maar blijkt gaandeweg deelnemer in het complot, en uiteindelijk zelfs hoofdpersoon. Hij weet meer dan je als lezer tijdens de eerste honderd bladzijden te weten komt. Deze ik-figuur houdt je dus aanvankelijk voor de gek, zonder dat daar vanuit zijn eigen perspectief aanleiding toe is. Uiteraard een truc van de schrijver, maar die verwart zodoende de scheiding tussen auteur en vertellende ik-figuur. Het diner zelf (bedoeld om de hele toestand eens goed te bespreken) blijkt eerder een afleiding daarvan. Terugblikken van de ik-figuur over andere, reeds eerder voorgevallen situaties laten jou als lezer de puzzel voltooien. Als er één situatie in het boek er uiteindelijk niet toe doet is het wel 'Het diner'. Ook in het detail rammelt het. Hoofdstuk 35, waarin broer Paul en schoonzus Babette bij de ik-figuur langskomen om de jonge Michel op te halen (moeder ligt in het ziekenhuis, het huis vervuilt): er is een discussie tussen de ik-figuur en Babette, en de ik-figuur mompelt nog dan nog wat: Maar Babette was ondertussen de trap naar boven opgelopen en stond al in de deur van Michels kamer. Daar zat Michel te midden van zijn speelgoed op de grond, hij was juist bezig honderden dominostenen achter elkaar te zetten, in een imitatie van World Domino Day, maar toen hij zijn tante zag, sprong hij op om zich in haar uitgestrekte armen te storten. Dit kan gewoon niet: Babette discussieert beneden met de ik-figuur die nog wat mompelt, maar zij was ondertussen al de trap opgelopen. En die ik-figuur weet exact wat er daarboven zich afspeelt, alsof hij dus eerder boven is dan Babette en het vervolg als alwetende verteller uitlegt. Niks meer en minder dan een overtreding van de regels van het vertellersperspectief. Literair prutswerk. Een pageturner, inderdaad, een boeiend gegeven bovendien, maar slecht geconstrueerd. Een goed boek schrijven is meer dan een spannend verhaaltje semi-literair presenteren! Herman Koch zou Jeroen Brouwers en Gustave Flaubert eens aandachtig moeten bestuderen; die hebben de basale literaire technieken inzichtelijk uitgelegd.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.