31 december 2009

Voor het lekker...


Zoals ik eerder deze week voor de tweede keer naar Puccini's opera La fanciulla del West ben geweest (zie hier de weblog daarvan), zo las ik op de valreep van 2009 voor de tweede keer Sisyphus' bakens, het eerder dit jaar verschenen vloekschrift van Jeroen Brouwers: voor het lekker. En ik heb wederom geschaterd en had tranen in mijn ogen van het lachen. Maar vooral: bewondering voor het ultieme meesterschap van Brouwers' argumentatiekunst en schrijfstijl. Dit is polemiek op het allerhoogste niveau. Bij mijn eerste leeslog schreef ik al dat ik het boek vaker zou gaan lezen. En dit was zeker niet de laatste keer!

Hollemannetje

Aan Gerardje. Notities van een Reve-liefhebber van Theodor Holman is veel op aan te merken. Allereerst de titel natuurlijk. Gerardje… Wie de hel denkt Theodorretje Hollemannetje wel dat-i is dat-i de titel van zijn boek over de grootste schrijver na de Tweede Wereldoorlog een verklein-koosnaampje kan meegeven? Holman heeft Reve een paar keer ontmoet, schijnt, maar een intimus is hij niet geweest. Verder geven veel notities in dit boek blijk van slordig- en flutterigheden. Wie schrijft nou een zin als (blz. 142): ‘We kunnen er rustig vanuit gaan dat dit klopt, aangezien Gerard zelden of nooit over zulke feiten in zijn boeken liegt.’ Op blz. 156 schrijft Holman over Jim Holmes (de Amerikaan die voor Reve erg belangrijk was bij zijn coming-out): 'Ik leerde hem een jaar of vijfentwintig geleden kennen (…). Hij kleede zich toen al helemaal in het leer.’ 2009 minus 25 is 1984; Holmes overleed in 1986 – als je twee jaar voor je dood ‘toen al’ iets deed… Blz. 162: ‘… dat de tweede Periode van Gerard behandeld.’ Blz. 260: ‘vanaf 1 mei 1971 lijkt Gerard regelmatig naar Simon Carmiggelt te schrijven. Dat is precies de periode dat zijn schrijversblok van vijf jaar voorbij lijkt, en zijn correspondentie aan Carmiggelt kan wellicht ook worden gezien als een breekijzer om dat blok te slechten.’ Twee bladzijden verder schrijft Holman over de brieven van Reve aan Carmiggelt: ‘ een complete bundeling’. Hoezo ‘vanaf 1 mei 1971 lijkt’? En de zin met ‘precies’ en ‘kan wellicht ook worden gezien’ is om te gruwen natuurlijk. Blz. 308: ‘… Hanny Michaelis, de enige vrouw met wie hij ooit getrouwd is geweest.’ Alsof het gewoon is om minstens met tig vrouwen getrouwd te zijn geweest… Holman heeft zich met dit semi-biografische schetsen-boek er met een jantje-van-leiden van afgemaakt, en het enkele maanden na dit boek verschenen eerste deel van de Reve-biografie van Nop Maas declasseert dit boek volledig. En toch heb ik dit notitiesboek dat een drietal maanden op mijn nachtkastje lag geboeid gelezen. Maar dat kwam door het onderwerp, dat zelfs tegen de flutterigste scribent stand houdt.

30 december 2009

Sex in the city

Ik kondigde al aan dat er meerdere boeken van Philip Roth voorbij zouden komen. Tijdens het lange kerstweekend las ik twee boeken van deze Amerikaanse veelschrijver. Portnoy's klacht is een voortdenderende klaagzang van een ik-figuur tegen een (fictieve) psycholoog. Centraal staat de sexuele obsessie van de ik-figuur, tijdens zijn jeugd tot aan het 'heden' in de roman, ergens eind jaren zestig. Het boek dateert van 1967 en de verteller is daarin 33 jaar oud. Het valt op dat Roth de romans die ik tot nu van hem las dikwijls in de tegenwoordige tijd van het schrijven/verschijnen van die roman laat spelen en dat de hoofdpersoon (dikwijls een ik-figuur) veelal even oud is als Roth op dat moment. Voor wat het waard is allemaal, want dat een ik-figuur niet met de schrijver geassocieerd moet worden, is bekend. Dit is de leukste roman van Philip Roth die ik las. Vooral de eerste helft, waarin het gezin centraal staat, biedt vele hilarische momenten. De strenge moeder en de deerniswekkende, aan constipatie lijdende vader: het zijn twee verrukkelijke tegenhangers van de eigenzinnige Alexander. Maar ook met 'de Aap', een vriendin van Alexander, verveel je je als lezer geen moment.

De borst kocht ik een poos terug in een antiquariaat. Het is een eigenaardige novelle waarin de ik-figuur door een mysterieuze ziekte in een enorme tepel verandert. Verwarring, kwaadheid, ongeloof en berusting zijn achtereenvolgens de stemmingen van deze ik-figuur. Waar Roth meestal wel helder is in zijn thematiek, laat De borst meer ruimte voor interpretatie. Ook in dit verhaal kun je de sexuele obsessie als hoofdonderwerp benoemen, maar zo helder als in Portnoy's klacht is dat in deze novelle geenszins.

Wat De borst een beetje mist biedt Portnoy's klacht in perfectie: enorme vertelkracht.

24 december 2009

Stijl!

Mevrouw Verona daalt de heuvel af is in precies een jaar tijd het vierde boek dat ik van Dimitri Verhulst las, en na deze inhaalslag durf ik de stelling aan dat Verhulst - samen met Jeroen Brouwers - de beste Nederlandstalige auteur van dit moment is. Jeroen Brouwers bevindt zich in zijn 'fin de carrière' - Verhulst is nog geen veertig en ofschoon ik hoop dat Brouwers nog vele jaren heeft en vele boeken schrijft, is Verhulst de belofte voor de toekomst. Net als de drie eerdere boeken die ik van Verhulst las is dit boekje van ruim honderd bladzijden een parel van stilistisch meesterschap. Het verhaal is eenvoudig en staat op de achterflap samengevat, maar het zijn de details die dit boekje groots maken. Verhulst schreef dit vóór zijn bekroonde Godverdomse dagen op een godverdomse bol, en veel passages in Mevrouw Verona daalt de heuvel af lijken een oefening daarop. In die passages verlaat hij de verhaallijn en treedt hij in het abstracte, precies zoals in Godverdomse dagen. En dat alles met verbazingwekkend inzicht in het leven, geschreven in een stijl die mooier is dan mooi. Verhulsts beschrijvingen van het leven in het kleine dorpje Oucwègne zijn verrukkelijk: hoe een koe burgemeester wordt, hoe de kruidenierster aan haar pensioen komt en hoe mevrouw Verona een cello laat maken uit de boom waaraan haar geliefde zich ophing. Hoofdstuk 6 begint fenomenaal, maar omdat ik me moet beperken in het aantal citaten (het is moeilijk kiezen wat niet te citeren!) toch slechts die ene zin waar ik een kwartier lang mee bezig ben geweest, want wat is-i groots en mooi:
Want alleen alleen herinnert een mens de mens gepast aan twee.

Lezen dit boek, en de rest van Verhulst!

20 december 2009

Toneel!

Vooruitlopend op het verschijnen van het vijfde en laatste deel verhalen van Anton Tsjechow in januari las ik uit de eerste vertalingenreeks in de Russische Bibliotheek van Van Oorschot uit de jaren vijftig van zijn Verzamelde werken deel zes met zijn toneel. Enkele van Tjechows toneelstukken zag ik in het theater, maar ik las ze nog niet eerder. Naast de vijf min of meer bekende grote stukken (Iwanow, De meeuw, Oom Wanja, Drie zusters en De kersentuin) bevat dit boek ook enkele eenakters die als vingeroefeningen voor het grotere werk beschouwd kunnen worden, maar waartussen ook verrukkelijke stukken zitten. Die 'grote' vijf hebben eigenlijk veel overeenkomsten: ze lopen niet goed af, er is vooral veel onvrede over de huidige situatie en er komt op De kersentuin na een arts in voor. Tsjechow laat allerlei karakters vrolijk met elkaar botsen, en naast alle tragiek levert dat ook veel hilarische momenten op. Sommige opmerkingen van personages komen ogenschijnlijk uit de lucht vallen, maar maken dat je ook thuis in je leesstoel toeschouwer van een toneelbeeld bent waar op verschillende plekken wordt geconverseerd. Deze toneelstukken bieden net als Tsjechows verhalen een brede kijk op het Russische leven aan het einde van de negentiende eeuw, met name dat van de min of meer betere klassen, in Langs de grote weg echter ook dat van de berooiden in een herberg. Dat is één van de mooiere eenakters. Hilarisch is Het huwelijksaanzoek: anders dan de titel doet vermoeden wordt er op 80% van dit ruim 20 bladzijden lange stuk alleen maar gescholden. Voor de rol van de ingehuurde generaal bij het souper in De bruiloft zou je meteen willen aanmonsteren bij een toneelgezelschap. Tenslotte een voorbeeld van zo'n heerlijke uitspraak die zomaar uit de lucht kwam vallen, gedaan door reserve-luitenant en rentmeester Sjamrajew in De meeuw:

Ik herinner me, hoe in de Opera van Moskou de beroemde Silwa op een keer de lage C nam. En uitgerekend die avond zat op het schellinkje de bas uit het koor van onze parochie-kerk en u kunt u voorstellen, hoe stomverbaasd wij stonden te kijken, toen we opeens van het schellinkje een hele octaaf lager hoorden roepen: 'Bravo, Silwa!...' Kijk zo - met een lage basstem - Bravo, Silwa! Nou toen kon je in de zaal een speld horen vallen.

07 december 2009

Vlees en vis

Jonathan Safran Foer komt na zijn twee bijzondere romans met een bijzonder non-fictie boek. Dieren eten beschrijft de wereld van de bio-industrie en wat de kennis daarover met hem heeft gedaan. Het grootste deel van dit boek gaat over de feiten; feiten die we eigenlijk in het diepste van ons hart wel kennen of vermoeden: hoe gruwelijk de bio-industrie omgaat met het dierenwelzijn, hoe milieubelastend de bio-industrie is en ook hoezeer de bio-industrie de ongelijkheid van de voedselverdeling in de wereld bevordert. Deze feiten vormen echter niet de kern van dit boek. Wel: het morele appèl dat Foer op je doet. Want als je al deze feiten kent, waarom eet je dan nog überhaupt vlees of vis? Wie vlees of vis eet, wil blijkbaar niet weten wat-i eet. Je kunt anders nauwelijks met goed fatsoen beredeneren waarom je dat dan doet.
Foers verhaal is volledig op de Amerikaanse situatie gebaseerd. Het kan zijn dat de Europese situatie milder is. Maar zeker weten doe ik dat niet, en de werkelijkheid zal waarschijnlijk altijd erger zijn dan de officiële gegevens. Ik ben altijd een vlees- en viseter geweest, en vrees dat ik dat altijd wel zal blijven. Maar ik voel na het lezen van dit boek wel de noodzaak om spaarzamer te zijn in het eten van vlees of vis en om te zoeken naar dier- en milieuvriendelijk geproduceerd vlees. Een boek dat je onherroepelijk dwingt bij jezelf te rade te gaan!

05 december 2009

Angst

De nieuwste roman van Philip Roth is meer een lang verhaal; je leest het in een twee à drie uurtjes uit. Ofschoon ik De vernedering minder indringend vind dan zijn vorige boek Verontwaardiging (zie hier de leeslog) heb ik ook dit verhaal geboeid gelezen. De hoofdpersoon lijdt aan de angst voor het ouder worden, voor de aftakeling, en die angst gaat met acute problemen gepaard. Roth's observaties zijn scherp en ogenschijnlijk zo universeel geformuleerd, dat deze iedere gedachte of situatie van zijn hoofdpersonen bijzonder maken. Er is inmiddels al veel over dit boekje geschreven; de NRC heeft zelfs een aparte pro-contra-artikelenreeks gepubliceerd. Zie hier hun interessante discussiepagina over dit boek. De Bezige Bij geeft zijn boeken successievelijk opnieuw uit. Bij ieder boekhandelbezoek overweeg ik er weer eentje van mee te nemen. Er volgen stellig meer Roth-boeken op deze log.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.