Het werd weer eens tijd voor een deel uit de Russische bibliotheek van van Oorschot. Ik kocht vorige maand het enige deel gewijd aan
Nikolaj Ljeskow, waarin tien
romans en verhalen gebundeld zijn, in de jaren vijftig vertaald door Tom Eekman. Het is een boeiende verzameling, waarvan ik
De Lady Macbeth uit het district Mtensk kende van de opera die Sjostakovitsj op dit verhaal componeerde en die een paar jaar geleden door De Nederlandse Opera werd uitgevoerd. Het is een beklemmend verhaal, waarin de lady zich doodverveelt omdat haar man druk is met het leiden van zijn bedrijf, en zij het aanlegt met een landwerker. En daarna beginnen de gruwelijkheden, eindigend in hun treurige verbanning naar Siberië. Het boek opent met een bijna 400 bladzijden lange roman
Het kapittel, waarin een proost, een priester en een diaken van een klein provincieplaatsje centraal staan. Volgens Karel van het Reve geldt het niet als een geheel geslaagde roman van Ljeskow, maar ik vond het wel een boeiend en soms grappig verhaal. Vooral de diaken heeft moeite zich aan de regels te houden en dat levert bijzonder aparte situaties op. Het leukst is
De linkshandige, waarin de tsaar op reis in Engeland verbluft wordt door het vakmanschap aldaar: men kan er op ware grootte een vlo in staal nabouwen, en die met een sleuteltje laten opwinden waarna het gaat springen. Hij krijgt de vlo in een kistje cadeau en hij wil weten of er in Rusland ook zulke goede vakmensen bestaan. Uiteindelijk blijken die zelfs beter: die weten op ieder pootje bewerkte hoefijzertjes te kunnen smeden...
Ach ja, zulke verhalen worden tegenwoordig niet meer geschreven. Maar daar hebben we dan ook die oude Russen voor!