30 november 2009

Buiten de maatschappij

Tijdens mijn studie in Leiden was Ton Anbeek 'mijn' hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde. Een aardige man, maar zeker niet zo inspirerend als mijn leraar Nederlands op de middelbare school was (zie hier). Dat heb ik mijn gehele studententijd een beetje teleurstellend gevonden. Als je leraar op de middelbare school al zo'n enorme inspirator was, dan zou de hoogleraar op de universiteit daar toch zeker bovenuit moeten komen, toch? Enfin, verder prima college gehad hoor. Zijn eerdere romans heb ik nooit gelezen, maar toen ik onlangs tijdens een feestje puur toevallig in gesprek raakte met Anbeeks opvolger in Leiden, en hij Anbeeks nieuwste roman Vast aanbeval, heb ik als slaafse opvolger van hooggeleerde adviezen het boek meteen gekocht. En inderdaad, het is een geslaagde roman! Het boek geeft een inkijk in de wereld van de gesloten jeugdinrichting, waar het eindeloos wachten op verdere psychische behandeling, de onderlinge pikorde en een ruwe, humorloze leefcultuur centraal staan. Het verhaal wordt verteld door een relatief slimme ik-figuur (want bijna de havo afgemaakt), en dat was nodig om de zinnen nog een beetje fatsoenlijk te maken. Want uit de monden van de anderen komt geen regulier woord, zo lijkt het. Dat vind ik wel het minst geslaagde aspect van dit boek: de balans tussen het gesproken woord en de geschreven zinnen. Ook het perspectief was me soms niet helemaal duidelijk. Maar de rauwe omgeving en de uitzichtloosheid zijn door Anbeek scherp getroffen. In een interview voor de VPRO-gids vertelt hij over zijn uitgebreide onderzoek. Lees dat hier (voor zolang het online beschikbaar is). Het zou mij niks verbazen wanneer dit boek vooral ook door jongeren aantrekkelijk gevonden wordt.

4 x toveren

Ik moet nog het juiste moment vinden om me te kunnen concentreren op De toverberg, maar in deze verhalenbundel De dood in Venetië en andere verhalen laat Thomas Mann zich zeker ook van zijn sterke kant zien. Deze vier verhalen schreef hij tussen 1903 en 1943, dus omspannen het grootste deel van zijn schrijversschap. In het vroege Tristan is sprake van een fraaie zwoele spanning; het liefdesverhaal lijkt een afgeleide van het Tristan-verhaal van de opera van Wagner en die in het verhaal ook een belangrijke rol speelt. De dood in Venetië kende ik alleen van de film; je moet bij het lezen wel die voortdurende stroom Mahler-adagio's proberen te vergeten. Het is een geweldig verhaal, vooral door de geconcentreerde, ingekookte indrukken en de afgemeten beschrijving daarvan. Het hoogtepunt van dit boek vind ik echter het sprookje De verwisselde hoofden. Een Indische legende. Het is een onwerkelijk verhaal over twee trouwe vrienden en één geliefde, en waarin de Hindoestaanse religie met al zijn goden, mythen en riten breed uitgemeten worden. Alleen al het onderzoek dat Mann gedaan moet hebben om die complexe materie onder de knie te krijgen en vervolgens in een krachtig verhaal te verwerken, is bewonderenswaardig! Maar daarnaast is het ook gewoon een boeiende vertelling. De wet beschrijft eigenlijk gehele verhaal van Mozes, die een ontwikkelingsgang doormaakt van twijfelaar tot aan de boodschapper van God en tot twee keer toe de stenen tafelen beitelt. Mooi boek!

24 november 2009

Parodie?

In Het geheim van Den Haag van Joost Heldeman vertelt de ik-figuur over het project om het ministerie waar hij werkt te transformeren tot een moderne, klantgerichte organisatie. Hij moet leiding geven aan dat project en voor de top van het ministerie een projectplan schrijven. Daarbij loopt hij tegen allerlei obstakels aan. Aan dit gegeven probeert de auteur - zelf rijksambtenaar - de cultuur binnen zijn ministerie te beschrijven. In grote lijnen zal het beeld dat bij de lezer daarvan ontstaat wel kloppen met de werkelijkheid. Maar het verhaal had meer impact kunnen hebben wanneer het minder vluchtig en met meer oog voor spanning en detail geschreven zou zijn. Dit boekje van 150 bladzijden roept eerder meer vragen op dan dat het beantwoordt. Jammer, want het uitgangspunt is aardig.

21 november 2009

Beter weg dan later niet te vinden

De eerste aflevering van de Gerard Reve-biografie die drie delen gaat omvatten is een geweldig boek. Nop Maas schreef met Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. De vroege jaren 1923-1962 een rijke biografie die je van begin tot eind in je greep houdt. Het is een uitermate gedetailleerd boek; Maas lijkt alles te hebben willen benoemen wat op de een of andere manier de kennis over het leven van Gerard Reve en zijn werk zou kunnen vergroten. Dat had een onoverzichtelijke opsomming van feiten kunnen opleveren, maar Maas maakte er een goedlopend, interessant verhaal van. Naast de inhoud wordt dat ook in de vorm ondersteund. In veel non-fictieuitgaven staan de voetnoten aan het einde van het hoofdstuk, of achterin de uitgave. Dat betekent dat je steeds moet omslaan wat niet bevorderlijk is voor het dóórlezen. De schrijver en de uitgever hebben hier echter de enige juiste en helaas zo zelden voorkomende keuze gemaakt de noten onderaan de bladzijde te plaatsen; dan kun je in een oogopslag de noten lezen en weer verder gaan met de hoofdtekst. Goed!
Zoals gezegd: het boek leest door de soepele stijl van Maas goed door, maar het is natuurlijk het onderwerp dat de show steelt. In grote lijnen wist ik natuurlijk wel al het een en ander van (de jeugd van) Gerard Reve, maar nu kom je alles te weten over zijn ouders, gezin, schooltijd, vrienden, de oorlog, de eerste relaties, het huwelijk met Hanny Michaelis, zijn eerste pennenvruchten, ingang in het literaire wereldje, baantjes, de ontluikende homoseksualiteit, verblijven in Engeland enzovoort. Opvallend is eigenlijk dat Reve in de periode die dit eerste deel omvat naast De avonden en Werther Nieland eigenlijk geen andere literaire werken van belang schreef. Vooral Reves beslissing om in het Engels te gaan schrijven was toch eigenlijk een (achteraf) te betreuren keuze; zelfs met Hanny Michaelis correspondeerde Reve in het Engels. Het was Willem Frederik Hermans die Reve duidelijk te verstaan gaf dat zijn Engels ondermaats was. Hermans legde hem de keuze voor: of weer in het Nederlands gaan schrijven, of definitief in Engeland of Amerika gaan wonen. Reve wilde het eerste niet, en door zijn huwelijk met Michaelis wilde hij ook het laatste niet. Er valt ook veel te lachen met dit boek. De droge Reve-humor kreeg hij van huis uit mee (ook Karel kon er wat van). En ja, de stijl van Reve is uniek. Maas citeert veel uit brieven (ook ongepubliceerde!), en ook dat zijn dikwijls prachtige teksten. Zo'n pil van 700 bladzijden lees je dan binnen twee weken uit!

03 november 2009

Van -3000 tot +1621

Net als de boeken van Dekkers en Elsschot (zie hieronder) begon ik al een paar maanden geleden aan het eerste deel van het Mozaïek van de Muziekgeschiedenis van Otto Glastra van Loon. Dat is een zesdelige muziekgeschiedenis die ik in 1993 voor een paar tientjes kocht, wel eens ter hand nam en die me boeide door de eigen stijl van Glastra van Loon, maar nooit structureel las. Eigenlijk hikte ik steeds tegen dat eerste deel aan, dat niet mijn meest favoriete deel van de muziekhistorie beslaat. Maar ik heb me erdoorheen geslagen; zeker de tweede helft van dit boek waarin de eerste renaissance-componisten aan bod komen is boeiend. En eindelijk eens goed om componisten als (oom en neef) Gabrieli, Obrecht, Ockeghem, Palestrina, Lasso, Byrd, Schütz, Schein, Sweelinck en ja, zelfs meistersinger Hans Sachs (in willekeurige volgorde, en nog vele andere) in een beknopt historisch overzicht geplaatst te zien. Zou het louter toeval zijn dat ik de laatste tijd nogal veel 'oude' muziek draai (Schütz, Monteverdi)?
De eerste helft van het boek gaat op aan een vogelvlucht door de muzikale tijd en naar alle uithoeken van de wereld. Ik heb me zitten verbazen hoe Glastra van Loon al die kennis bijeengesprokkeld heeft. Maar indrukwekkend is zijn relaas wel. Zoals gezegd: de muziekgeschiedenis tot ongeveer halverwege de Middeleeuwen heeft niet mijn grootste belangstelling, maar wel goed om het eens gelezen te hebben.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.