27 mei 2015

Het been

De vaderlandse literatuur blijkt regelmatig in staat tot verrassingen die de lezer tot gelukzaligheid stemmen. Enfin, vorig jaar de Libris literatuurprijs, wat mij eigenlijk weerhoudt tot nieuwsgierigheid, maar La Superba van Ilja Leonard Pfeijffer is een regelrecht meesterwerk dat je als lezer flink te grazen neemt. Op het titelblad staat 'Een roman', maar is het dat wel? Waarheid en verdichting wisselen stuivertje en houden de aandacht voortdurend vast. Maar bovenal is het een boek vol prachtige zinnen, vol heerlijke (en soms ook: huiveringwekkende) beschrijvingen en vol rake observaties. La Superba is de bijnaam van de stad Genua, waar Pfeijffer in verzeild raakte en bleef wonen. Ik ken geen ander boek waarin de Italiaanse volksaard zo zwierig wordt beschreven. Van het Come si deve (alles hoort te zijn zoals het hoort), het voetballen (Genua heeft twee voetbalclubs), de corruptie, de uittocht naar La Merica, de pleintjes en stegen. En dan zo'n uitspraak dat er oude, verlepte vrouwen in Genua hoopten dat de stad na een lange belegering eindelijk zou vallen: hunkerend naar die verkrachtende woeste, stoere mannen... Pfeijffer gooit allerlei verhaallijnen als een bord spagetti over de lezer uit, maar uiteindelijk knoopt hij die toch aardig goed aan elkaar. Dat is eigenlijk geen noodzaak, want de couleur locale is te divers en te kleurrijk om in één geheel te vangen. En wie wil snappen wat al die bootvluchtelingen uit Afrika beweegt: Pfeijffer overtroeft alle journalistiek hieromtrent. Ach ja, een boek dat me de tijd deed vergeten. Grandioos. Superb!

18 mei 2015

En nog wat

De meeste bundels van Karel van het Reve heb ik inmiddels wel gelezen, denk ik. Ik las de meeste nog voordat ik aan deze weblog begon, dus veel zul je er hier dus niet over vinden. Wel een tweetal. Freud, Stalin en Dostojevski ontbrak nog aan de verzameling. Het boek dateert uit het najaar van 1982 en bevat allerlei stukken waarin Freud relatief veel aandacht krijgt. Van het Reve maakt het de 21ste-eeuwse lezer niet gemakkelijk. Hij citeert hele alinea's van Freud, onvertaald. Misschien was de leesvaardigheid in het Duits dertig jaar geleden bij iedereen die Van het Reve las optimaal, bij mij zeker niet. Maar goed, daaromheen veel kenmerkende Van het Reve-stukken waarin hij zijn eigenzinnigheid de vrije loop laat. Van het Reve was een felle tegenstander van het Sovjet-regime, en dat gold indertijd als rechts. Hoe normaal klinken zijn meningen nu; maar in de jaren zeventig en tachtig waren die allerminst gemeengoed. Het aardigste stuk in deze bundel is zijn dankwoord bij het aanvaarden van de P.C. Hooftprijs: een fraaie kijk op het kunstbeleid van links.

04 mei 2015

Gelijkheid

Uit de stal van webkrant De correspondent komen twee economische filosofen (of filosofische economen) Rutger Bregman en Jesse Frederik die met hun essay met de aansprekende titel Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankers onbedoeld maar succesvol meeliften op de aandacht die het bankwezen en het financiële systeem deze tijd hebben. Het kapitaalboek van de Fransman Thomas Piketty,  het bankenboekje van Joris Luyendijk (zie hier) en de bonusblunders van ING en ABNAmro hebben een butsje geslagen in het vrije-marktdenken. Bregman en Frederik kennen hun klassiekers en maken duidelijk dat de welvaartsverdeling geen gelijkenis (meer) vertoont met wie al werkend het meeste bijdraagt aan de samenleving. Een handelaar op de beurs die voortdurend met grote bedragen schuift, draagt niets bij aan de vooruitgang, terwijl de leraar of de verpleegkundige nauwelijks kunnen rondkomen ondanks dat zij wél nuttig werk verrichten. Verder maken de schrijvers een pijnlijke vergelijking tussen wat de liberalen (de VVD) nu roepen en wat hun voorvaderen uit de negentiende en begin van de vorige eeuw betoogden. Mark Rutte noemde de vorige liberale minister-president Cort van der Linden zijn grote voorbeeld, maar wat de VVD voorstaat is veelal tegengesteld aan wat Van der Linden vond en schreef. Bregman en Frederik hebben diens geschriften nauwkeurig gelezen; dat zou Rutte ook eens moeten doen. Verder gaan de schrijvers uitgebreid in op de solistische politiek van Lieftinck, direct na de Tweede Wereldoorlog. Enfin, een essay met een groot bereik, maar het zet de lezer aardig aan het denken. En dit boekje is een hoopvol voorbeeld van een verfrissende kijk op de economie die flinke kanttekeningen plaatst bij het oude links-rechtsdenken.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.